In de rand
Begin januari deelden onze bladen mee dat de overheid van de Nederlandse provincie Friesland op de begroting van 1966 een bedrag van 30.000 gulden had ingeschreven ter bevordering van het Friese taalgebruik. ‘Bij het vernemen van die beslissing rezen de provinciale staten als een man overeind om staande het Friese volkslied aan te heffen.’
Alle mensen van goede wil zullen om dat besluit gelukkig zijn. Laten wij een verenigd Europa grondvesten op de natuur: de eigenheid van ieder volk. Het is een onmisbare voorwaarde om de rijke verscheidenheid van de Europese kultuur onverminderd te handhaven en de alleenheerschappij der groten onmogelijk te maken. Hoe klein een volk en een minderheidsgroep in bepaalde landen ook mogen wezen, ze hebben recht op leven en iedere taal zou eerbiedwaardig en op het grondgebied waar ze gesproken wordt onaantastbaar moeten zijn.
De maatregel die in Friesland getroffen werd, heeft ons aan Frans-Vlaanderen doen denken. Stelt u voor dat de Conseil Général du Nord te Rijsel hetzelfde besluit zou nemen om het Nederlands in Noord-Frankrijk aan te moedigen! Lijkt het onmogelijk? Met de geestesgesteldheid die in Frankrijk overheerst ja. Maar kan die mentaliteit niet veranderen? Frankrijk is toch een land dat op andere terreinen tot de geestelijke voorhoede van Europa behoort. Waarom zou het, onwetend van wat elders gebeurt en verblind door vooroordelen, verstard moeten blijven in een machtsnationalisme dat andere volkeren weigert wat het voor zichzelf opeist?
Doel van deze aantekening is aan de lezers van ‘Ons Erfdeel’ te vragen dat zij het mogelijke zouden doen om de Franse openbare mening te beïnvloeden. Kunnen wij niet de aandacht van Franse vrienden vestigen op de houding van Nederland tegenover de Friezen? Kunnen wij hen niet persoonlijk ontmoeten, laten wij hun dit nummer van ons tijdschrift toezenden. Kunnen zij er niet over schrijven, desnoods in de lezersrubriek van de Franse pers in Frankrijk, België, Zwitserland of Kanada? Zouden er geen Nederlandse en Vlaamse kranten zijn die onze suggestie willen steunen en verder uitwerken om er een klemmend betoog van te maken?
Als wij ons daarvoor willen inzetten bewijzen wij de Frans-Vlamingen en meteen de Fransen zelf een dienst. Wij helpen de enen hun kultuur te redden en redden de anderen van een vergissing die hun later zou spijten. Want voor Frankrijk zou het beschamend zijn, als het in weerwil van zijn nationale leuze, de Vlaamse, Bretoense, Baskische, Katalaanse, Provençaalse, Italiaanse en Duitse minderheden niet hielp om zich kultureel en ekonomisch te ontplooien binnen de grenzen van hun staat.
André Demedts.