auteurs. Daarbij werd werk van 28 verschillende dichters vertaald. Het zijn allemaal Noord-Nederlanders, met uitzondering van Hadewijch.
Nu kan men zich aan deze cijfers gaan ergeren en zeggen dat de Stichting te Noordnederlands is gericht. En daar is iets van waar. Maar men moet hierin eerlijk durven zijn en bedenken dat de Stichting de eerste vijf jaar uitsluitend met Noordnederlandse boeken heeft gewerkt en pas de laatste vijf jaar de gehele Nederlandse literatuur als werkterrein heeft genomen. Wanneer men hiermee rekening houdt - en dat moet - dan komt men tot de konstatering dat de laatste vijf jaar naar een behoorlijk evenwicht werd gestreefd, dat ook ten dele werd bereikt. Met een uitzondering dan voor de Zuidnederlandse dichters.
De Stichting heeft tijdens haar tienjarig bestaan reeds 17 bulletins uitgegeven, het Engelstalige: ‘Writing in Holland and Flanders’ en het Franstalige ‘Le Courier Littéraire des Pays Bas et de la Flandre’. Aanvankelijk alleen op Noord-Nederland gericht, sedert 1960 over Noord en Zuid. In deze bulletins stelde men 144 boeken voor en gaf men fragmenten in proefvertaling.
De Stichting heeft de ondervinding opgedaan dat het niet zo rendabel is te veel werken in het buitenland voor te stellen. In de toekomst zal ze zich beperken tot het voorstellen van een paar auteurs, en dan met verscheidene werken in ieder bulletin. Zo zal zij jaarlijks 8 Nederlandstalige auteurs in het buitenland presenteren. De Stichting denkt ook jaarlijks een boekje in het Engels op de markt te kunnen brengen dat gewijd zal zijn aan de 8 auteurs die in het voorbije jaar door de Stichting met biezondere nadruk naar voren gebracht zijn. Aan dat boekje - dat essays over en korte novellen en essays van de betreffende auteurs zal bevatten - zal dan een bibliografie toegevoegd worden van alle vertalingen van Nederlands literair werk verschenen in het voorbije kalenderjaar. Dat laatste zou een biezonder goed initiatief zijn. De Stichting komt daarvoor het meest in aanmerking. Ik ondervind persoonlijk wat het betekent zo'n bibliografie te willen samenstellen: het is bijna onbegonnen werk, als men er niet gehele dagen mee bezig kan zijn. De Stichting beschikt ook over zoveel meer kontakten en is hierin gespecialiseerd.
Wat mij nog is opgevallen bij het bekijken van de lijsten van vertaalde boeken, is dat vooral in het Engels, Duits en Spaans werd vertaald. Het Frans komt nauwelijks aan de beurt. Hiervoor gebeurt toch heel wat meer vanuit het Zuiden. Maar ook dat is nog ver van voldoende. In ieder geval hebben wij aan de Stichting voor vertalingen een uitstekende propagandist voor onze literatuur in het buitenland. Een die iets weet te verwezenlijken.
‘De Stichting ter bevordering van de verspreiding van Nederlands letterkundig werk in het buitenland’, Herengracht 400, Amsterdam C.