Ons Erfdeel. Jaargang 9
(1965-1966)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 122]
| |
Frans-Vlaamse taaltuin
| |
[pagina 123]
| |
is heel netjes, maar vroeger stond ze bekend als de ‘koppespinnekerke’. In West-Vlaanderen zou dat ‘kobbenettekerke’ heten. Een paar jaar geleden kochten we in Kassel een ‘botaldje melk van e kanne’ d.i. een fles melk van een liter. Toen we vroegen of de mensen het woord ‘liter’ niet kenden, was het antwoord: liter is Frans, in het Vlaams is dat een kanne! Voor ons gevoel archaïsch klonken de volgende woorden, die we hier en daar konden beluisteren: hij is ‘krank’ (ziek), een ‘schamel’ man (arm), die muur is nog ‘vroom’ (sterk), een ‘schryne’ (doodkist). Op sommige plaatsen heet de groententuin de ‘kolhof’ (letterlijk ‘kooltuin’) terwijl bloemkool in de streek van Buisscheure tot bluunkel vervormd is voor zover we van vervorming mogen spreken. Eigenaardig is de vorming van woorden op -ie. In hetzelfde Buisscheure had een kranige oude arbeider het over het Patersklooster van Klommeres in de buurt: ‘D'r is daar ook een paterie’ zei hij. En de jonge Albert Plancke uit Hondegem deelde aan de reporter van B.R.T.-West-Vlaanderen mee dat hij over een jaar of twee naar de soldaterie toe moest, nl. het leger. ‘E lietje’ voor ‘een poosje’ is de hele westkant van West-Vlaanderen door bekend, maar ik geloof niet dat het daar ook altijd voor ‘een beetje’ gezegd kan worden, bv. ‘e lietje bier’ of ‘e lietje zere gaan’ zoals we dat vernamen uit de mond van een oud Kassels vrouwtje om ons aan te manen om een beetje vlug door te stappen, als we in de beperkte tijd een wandeling naar Okselare wilden maken, een wandeling die ik trouwens iedereen niet genoeg kan aanbevelen! We hebben bovendien die weg van de Ariënpoort (Porte d'Aire) naar Okselare, voor ons zelf het ‘Zannekinpad’ gedoopt. Heel vreemd in onze oren klonk de uitdrukking die we in Eringem, Zermezele en Wemaarskappel konden beluisteren: ‘'t Is e vrie kerksje’ uit de mond van mensen die trots waren op hun ‘mooie kerkje’. Pasen of Pinksteren is in sommige dorpen een ‘hoogtijd’ (hoogfeest), Westvlamingen kennen alleen ‘hoogdag’. Beleefdheidsformules zijn veelal verfranst. Toch bezigen sommigen nog een hele mooie en volkseigen aansprekingstitel voor een juffrouw, nl. ‘Jonklyn’, terwijl een huishoudster op jaren die de hele boel bereddert er ‘vrouwmeisen’ heet: ‘je zyt hier vrouwmeisen’ wil dan ook zoveel zeggen als ‘je bent hier de baas’. Gezelle spreekt van ‘'s Goevrijdags ratel’, dat is geen Westvlaams, doorgaans zeggen ze hier ‘ruttelare’, maar in Frans-Vlaanderen draagt dat ding de mooie naam van ‘krake’. Een ‘daaie’ is er iets minder vriendelijks, nl. een oorveeg. Als een vriendelijke gastheer of gastvrouw (dat zijn ze zowat allemaal) je in de Westhoek je iets te drinken aanbiedt, kan het gebeuren dat hij vraagt of je niet ‘e sputje drinken’ verlangt. ‘'t Is in 't Vlams d'r op etikt’ betekent dat een tekst op een kapelletje bv. geschilderd is of op een andere wijze erop aangebracht. Pastoor Verriele die nu op rust is in Steenvoorde, verraste ons eens, toen hij nog in z'n pastorie in Zermezele woonde, door een eigenaardig woord voor ontbijten: ‘ontnuchteren’ noemde hij dat. We vroegen ons af of het geen gallicisme was (déjeuner). Van het volgende paar woorden weet ik niet zo zeker of ze aan deze kant van de grens echt onbekend zijn. Een brouwersknecht uit Arneke had aan een niet meer zo jong meisje gevraagd waarom ze niet wou trouwen: ‘Zie je de manshoofden niet geren?’ d.i. ‘Hou je soms niet van het mansvolk?’ Een Westvlaming beweerde dat hij ‘manshoofd’ ook wel ergens bij ons gehoord had. ‘'k En zyn geen dibbaard’ zei een man in Kassel, hij bedoelde er (mannelijke) kwezel mee. En om te sluiten met de onderwijzerswereld: een onderwijzer, een onderwijzeres en een fröbelonderwijzeres heten in Frans-Vlaanderen respektievelijk: een (schole)koster, een (school)vrouwe en een ‘klene vrouwe’. Laten we niet vergeten dat ‘wuuf’ voor vrouw er nog veel algemener voorkomt als in West-Vlaanderen. Ik hoop dat iedereen die me op een vergissing betrapt heeft, me hierop zal willen wijzen: elke reaktie en aanvulling wordt in dank aanvaard. | |
[pagina 124]
| |
Gedenkteken aan de weg tussen Zuidpene en Noordpene ter herinnering aan de anneksatie door Frankrijk van de omstreken van Kassel.
(foto Dr. Chr. Sluijter) |
|