Lof van het Nederlands, Engels, Chinees en Tzztspwirri
door Leo Vroman
Brooklyn-New York
Zaterdag zijn we teruggekomen in Brooklyn, van tien dagen in Holland. Dat is het land waar mijn Hollands vandaan komt. Het viel mij op dat het veel leek op de taal die Tineke en ik met elkaar spreken als we alleen zijn op straat of in bed, maar hij werd daarginds voor de gekste dingen gebruikt, door mannen die boten vastmaakten, door kinderen die elkaar waarschuwden en tegelijk over de geklinkerde straten holden, en zelfs als wij thuiskwamen door de buren die vroegen of we een drukke dag hadden gehad. Daar werd het anders van om diep in de nacht in de kilte van het ontkleden, dezelfde taal te fluisteren, onder het schuine dak; pas 's ochtends, als de duiven over de pannen krabbelden met hun klauwtjes, en vetjes koerden, was het weer knus om Hollands te gebruiken.
En nu ik dit schrijf, terug op dit eiland van enkele kamers vol verdunde vaderlandse geluiden, - beneden ons wordt in het Amerikaans gehuild zoals dat hoort, en in de krant staat ‘Rusk supports...’ zoals het hoort, want ‘Rusk steunt’ toch niet? - nu ik dit schrijf dus, praat ik wat minder tegen mijzelf zo nu en dan, wat meer tegen miljoenen van zeven uur zitten ver.
Ik keek even naar wat ik tot nu toe heb staan, en verdomd! ik hoor mijn eigen stem nauwelijks boven allerlei andere, van Bert Voeten tot Zuster Abbink, die dit alles min of meer tegelijk voorlezen. Maar geleidelijk wordt het toch stiller.
Dit, neem ik van mezelf aan, is allemaal nog maar een inleiding voor het uiterst geestig lofwerkje dat mijnheer Deleu blijkbaar van mij verwacht, maar ik heb nog geen goed idee hoe te beginnen. Even denken hoor.
Dat woordje ‘hoor’ bestaat hier niet zo. ‘Nee hoor’ is alleen door de toon van ‘no’ te vertalen, net als ‘maar’ en ‘eens’. Doe het maar, doe het eens, doe het maar eens, kom maar hoor. Als we het Duits er buiten laten (en dat is tenslotte tegenwoordig een geliefkoosde sport), met ‘mal’ en ‘doch mal’, dan heb je daar wie weet al een paar vrij unieke woorden. Maar om daar het unieke karakter en dus de lof voor een taal van af te laten hangen, van enkele onvervangbare geluidjes, dat lijkt me niet veilig genoeg.
Er is maar één ding dat Hollands beter kan doen dan enige andere taal, en dat is Aan Hollands Herinneren; of, met behulp van Zuid-Afrikaans, Indonederlands en andere vormen, kan het de plaats en eeuw oproepen waarin het leeft. Omdat ik die gebieden toevallig goed ken of ten minste voel, soedah, Lof already. En hetzelfde geldt voor het Amerikaans. Vertaal eens downtown, pasar, slootjespringen, Alpengluhen in wat voor andere talen ook. Ik heb zo'n idee dat de taal die zich het hartstochtelijkst voor vreemdelingen sluit, het Chinees is. In hun kleine donkere en volmaakt samenhorige families van veegjes omklemmen elkaar de kleinste elementen van daken, vrouwen en mannen, vingers en varkens, en betekenen alleen voor hen die zo leven, waarachtig huis en vrede, liefde en werk.
Goed dan, het mooiste van Nederlands is dus Nederland, het land dat door elk