aandacht op Zuid-Vlaanderen wordt gevestigd door drie kultuurdagen: die van Waregem in het centrum, die van Breda in het noorden en die van Ekelsbeke in het zuiden, enz., enz. (verder meer over dit alles) m.a.w. er is iets veranderd ten goede en de velen die thans voor de Zuidvlaamse zaak ijveren beleven weer uren van lichtende hoop.
Hoop en vertrouwen hebben wij steeds kunnen vinden in de talrijke geschriften welke die andere wetenschapsman Professor Dr. Vital Celen (1887-1956) aan Frans-Vlaanderen heeft gewijd.
Prof. Celen kwam met Frans-Vlaanderen voor het eerst in betrekking in 1912 toen hij te Rijsel Kan. K. Looten ging opzoeken om een afschrift te kunnen maken van ‘De gecroonde Leersse’ van Michiel De Swaen. De eerste ontmoeting met Prof. Looten, die toen ook al voorzitter was van het Comité flamand de France, was voor V. Celen een openbaring. De Frans-Vlaming begroette hem met de betekenisvolle woorden: ‘Nous sommes des frères’. Dit werd dan ook de aanvang van een blijvende en broederlijke vriendschap tussen beide professoren en voor V. Celen in het bijzonder van een zich voortdurend verdiepen in de Zuidvlaamse problemen en in de geschiedenis en de letterkunde van Frans-Vlaanderen.
Onmiddellijk na de eerste wereldoorlog is hij aan het schrijven gegaan over de taal en de literatuur in Frans-Vlaanderen en op de Vlaamse studievergaderingen in het Groot Seminarie te Rijsel was hij een der eerste sprekers (Dr. Grootaers sprak er op 10 april 1924 over de Zuidnederlandse dialekten en Prof. Celen op 26 maart 1925 over Michiel De Swaen).
Een eerste studie van V. Celen verscheen in 1926 over ‘Het Vlaamsch in Fransch-Vlaanderen’. Met de medewerking van Kamiel Huysmans en Maurits Sabbe gaf hij twee jaar later de volledige werken uit van Michiel De Swaen en daarna zijn dan tal van bijdragen gevolgd over de Zuidvlaamse letterkunde en over de Vlaamse Beweging in Frans-Vlaanderen die hij met de opkomst van ‘Het Vlaams Verbond van Frankrijk’ zag herrijzen. Deze beweging volgde hij van dichtbij en de jonge voormannen ervan werden zijn beste vrienden.
Onder zijn voornaamste werken sommen wij op: ‘Fransch-Vlaanderen. Letterkundige Betrekkingen met Vlaanderen. Herleving van het Nationaliteitsgevoel’ (De Sikkel, 1933), ‘Zoo schrijven de Fransch-Vlamingen’ (Wiek Op, Brugge, 1943), ‘Frans-Vlaanderen in Woord en Beeld’ (Sanderus, Oudenaarde, 1948), ‘Het Nederlands te Duinkerke door de Eeuwen heen’ (Sanderus, 1951), ‘Stemmen van Trouw uit Frans-Vlaanderen’ (Sanderus, 1954) en een aantal opstellen over de thans bekende Zuidvlaamse dichter Emmanuel Looten, die eigenlijk door Celen in Vlaanderen werd geïntroduceerd.
Vital Celen was niet enkel een geleerde en een letterkundige maar ook een levenwekker, vol vitaliteit, vol entoesiasme en optimisme. In de huidige herleving heeft hij dan ook zijn aandeel gehad. Toen wij met de Fransvlaamse Kultuurdag in 1948 van wal staken was hij een der eerste medewerkers en een vurig animator. Hij is voor ons een goede raadgever en helper gebleven tot aan zijn dood.
Ook het tijdschrift ‘Notre Flandre - Zuid-Vlaams Heem’ heeft veel aan hem te danken. Hij heeft het in 1952 helpen stichten en hij was er een trouwe medewerker van.
De naam Vital Celen zal met Frans-Vlaanderen verbonden blijven. Samen met het werk van Prof. Pée en van enkele andere mannen der wetenschap (wij denken hier ook aan het vorsingswerk van Pater Dr. D. Stracke) zullen zijn letterkundige en historisch-wetenschappelijke onderzoekingen betreffende Frans-Vlaanderen een basis blijven voor al wie op dat gebied verder wil arbeiden.
(Wordt voortgezet)