eenheid van alle Nederlandstaligen liggen niet in de lijn van dit tijdschrift. Ze belemmeren o.i. de groeiende integratie, waartoe verenigingen als de Kultuurraad voor Vlaanderen, het Algemeen Nederlands Verbond, de Stichting Lodewijk de Raet, de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal e.a. zo'n schitterende bijdrage leveren.
Door ondemokratische aktiviteiten komt ons zo moeizaam veroverd prestige in het buitenland bloot te staan aan de scherpste kritiek. Zij die onze kulturele opbloei misgunnen zouden daardoor zegevieren en het verlies van alle buitenlandse vrienden en werkers voor onze taal en kultuur zou tot definitieve ontnuchtering en teleurstelling leiden. De opbouwende krachten blijken echter sterk en gezond genoeg te zijn om daaraan het hoofd te bieden.
Het openhartige, eerlijke en met alle regels van de demokratie rekening houdende werk voor de instandhouding van onze taal, voornamelijk in Frans-Vlaanderen, dat voortdurend praktische resultaten afwerpt, biedt de enige kans op sukses. Telkens opnieuw blijkt dat de af te leggen weg lang en moeilijk is en dat vaak steeds opnieuw moet worden begonnen. Daartegenover staat dat de medewerking overal groter en spontaner en vooral veel bewuster wordt. Het is dus een kwestie van stug volhouden, gebruikmakend van alle wettelijke middelen. En wie van ons is niet trouw?
Een vierde en laatste overweging - ingegeven door de talrijke reakties in het buitenland - vloeit logischerwijze voort uit wat wij hierboven hebben betoogd: de mogelijkheden van onze taal en kultuur, eerst en vooral in de bedreigde gebieden, maar ook over de wereld hangen ten nauwste samen met het prestige dat onze taal en kultuur er geniet. Al te lang en al te vaak hebben wij ons eenzelvig en afzijdig getoond. We moeten ons erfdeel doen schitteren, zodat de andere, grotere kulturen, met achting en bewondering opzien naar het waardevol erfgoed dat wij bezitten en dat door onze kunstenaars tot op vandaag de dag wordt bijgewerkt en uitgebreid. Daarom streven wij met dit tijdschrift - in de hierboven geschetste geest van verdraagzaamheid en samenwerking - naar een betere kennis van ons kultureel erfgoed, voortdurend indachtig dat kwaliteit het prestige altijd - ook in kulturele zaken - het beste dient.