| |
| |
| |
Jaarverslag over de werking voor Frans-Vlaanderen
door Luc Verbeke
Secret. Komitee Fr. Vl. Kultuurdag
Uitgesproken op de 14e Fransvlaamse Kultuurdag te Waregem op 27 augustus 1961.
Ofschoon ik mij - zoals steeds - beperken moet tot een bondige en zakelijke opsomming, is toch dit verslag weer vrij lang geworden; gelukkig niet door mijn schuld maar wel door het feit dat in één jaar tijd zoveel voor de zaak is gepresteerd door talrijke personen en verenigingen.
Ik heb mijn jaarverslag deze keer dan ook moeten indelen in zeven punten.
| |
I. Frans-Vlaanderen in bladen, tijdschriften en publicaties
Wij wensen hier in de eerste plaats de aandacht te vestigen op het werk van onze voorzitter, André Demedts, die in het februarinummer 1961 van het literair tijdschrift ‘Dietsche Warande en Belfort’ een merkwaardige syntetische studie publiceerde over ‘Zuid-Vlaanderen. Het Land en zijn Bewoners’, die in het maartnummer 1961 van het artistiek maandblad ‘De Periscoop’ een artikel schreef over de Vlaamse toneelopvoeringen in Zuid-Vlaanderen en die aan het maandblad ‘Het Pennoen’ een vraaggesprek over de werking voor Zuid-Vlaanderen toestond, dat men kan lezen in het novembernummer 1960. In het februarinummer 1961 van het heemkundig tijdschrift ‘Bachten de Kupe’ handelde Bert Bijnens over de Zuidvlaamse volksschrijver Romain van de Meule en in het aprilnummer 1961 van ‘De Periscoop’ schreef Willy Spillebeen over de Fransvlaamse dichter Emmanuel Looten.
Een actieve belangstelling voor Zuid-Vlaanderen toonde opnieuw het dagblad ‘De Standaard’ waaraan Frits Pittery regelmatig als correspondent voor Zuid-Vlaanderen heeft meegewerkt. Vermelden wij hier vooral zijn belangwekkende artikelenreeks over ‘Het Nederlands Onderwijs in Frankrijk’, verschenen in de nummers van 2, 4, 5 en 6 januari 1961. Belangrijk is ook zijn bijdrage over Dr. Jan Klaas en ‘De Vlaamse Vrienden in Frankrijk’ verschenen in het nr 20 van februari 1961. Eveneens in ‘De Standaard’ publiceerde het secretariaat van ‘De Vlaamse Vrienden in Frankrijk’ artikelen over het onderwijs, over de kunst en over kulturele gebeurtenissen in Zuid-Vlaanderen. Ook aan de Zuid-Vlamingen die in de loop van het jaar overleden, werd regelmatig een kort artikel gewijd. De secretaris-beheerder van ‘Notre Flandre’, Lode Hoex, stuurde verder verschillende bijdragen naar nog andere bladen en tijdschriften o.m. naar ‘Neerlandia’, orgaan van het A.N.V. In ‘Neerlandia’ treffen wij ook artikelen aan van Lieselot van Son over de Werkgroep Nederland (nr. 1, januari 1961), van Jozef Deleu over ‘Nederland in Frankrijk’ (nr. 2, februari 1961) en over Dr. J.E. Van den Driessche (nr. 4, april 1961) en van Anton Claessens over de Kultuurdag te Hulst (nr. 6, Juni 1961). Anton Claessens publiceerde ook een artikel over ‘De Nederlandse Cultuur Knelpunt in Frankrijk en Duitsland’ in het Noordnederlandse weekblad ‘Rotonde’ (25 februari 1961). Naar aanleiding van de vorige Kultuurdag en de daarmee verbonden werking werden in tal van Zuid- en Noordnederlandse dag- en weekbladen verslagen en beschouwingen over de Kultuurdag en de activiteiten voor Zuid-Vlaanderen gepubliceerd. Zo noteerden wij: In het reeds genoemde weekblad ‘Rotonde’ artikelen van Jan van Alphen (27 aug. 1960) en van Willem Hoffman (10 sept. 1960), in
‘Het Brabants Dagblad’ (3 sept. 1960) en in ‘De Volkskrant’ (12 sept. 1960) eveneens van Willem Hoffman, in ‘De Stem’ (24 sept. 1960) van Anton Claessens, in de ‘Provinciale Zeeuwse Courant’ (29 sept. 1960) van P. Daled, in ‘De Linie’ (2 sept. 1960) van Frans Smits, in ‘Het Brugs Handelsblad’ (3 sept. 1960) van Pierre Thomas, in ‘De Standaard’ (30 aug. 1960) van Lieselot van Son, in ‘Het Volk’ (29 aug. 1960) van Fred Germonprez, in ‘De Weekbode’ van Daniël Morez.
Verder lazen wij ook artikelen in ‘Het Pallieterke’ (2 sept. 1960) en in ‘Het Wekelijks Nieuws’ (2 sept. 1960) en een bijdrage van Frits Niessen in ‘Het Katholieke Schoolblad’ (27 aug. 1960) over ‘Nederland in Frankrijk’. Frits Niessen schreef in datzelfde pedagogisch weekblad ook een reeks bijdragen over het ‘Nederlands Onderwijs in Frans-Vlaanderen’ (nrs. van 20, 27 mei en 3 Juni 1960).
De Inka-groep uit Brugge heeft regelmatig in de plaatselijke pers het toneelleven in Zuid-Vlaanderen en de kulturele gebeurtenissen besproken. Van Iwan Vandenberghe lazen wij in ‘Het Brugs Handelsblad’ (15 okt. 1960) ook een artikel over een ontmoeting met Frans-Vlamingen in het Brugse Museum.
In het Noordnederlandse dagblad ‘De Tijd - De Maasbode’ wijdde Jan Elemans
| |
| |
beschouwingen aan ‘De Wet op het Vlaamse Onderwijs in Frankrijk’ en in de rubriek ‘Standpunten’ van ‘De Standaard’ (6 dec. 1960) schreef ook Scrutator een beschouwing over Zuid-Vlaanderen. Jan Bomans publiceerde artikelen in ‘Het Nieuwe Dagblad’ en in ‘Het Haarlems Dagblad’ (7 juli 1961).
Een uitvoerige reportage van de hand van Bob van Dijk verscheen in ‘Panorama’ (21 januari 1961) onder de titel ‘Het dorp waar Nederlands is verboden’. Een sterk pessimistisch gekleurde reportage schreef Gerton van Wageningen in ‘Het Parool’ (5 nov. 1960) onder de titel ‘Op zoek naar de Taalgrens’. Daarop reageerde Dr. P.C. Paardekooper met een artikel ‘De defaitist als verliezer’ (10 dec. 1960). Dr. Paardekooper deed ook een beroep op de Vlaamse toeristen om in Zuid-Vlaanderen steeds Vlaams te spreken (‘De Standaard’ - 1 mei 1960). Dr. De Vin hanteerde zijn pen in ‘De Nieuwe Rotterdamse Courant’ (20 maart 1961) en in ‘Het Rotterdams Parool’ (11 febr. 1961). Ook in ‘Het Haagse Dagblad’ (11 febr. 1961) werd een bijdrage van Dr. De Vin gepubliceerd
Tenslotte noteerden wij nog een belangrijke opmerking van Prof. Walter Thijs in ‘De Standaard’ van 10 jan. 1961 over de mogelijkheid tot het afleggen van een Nederlands examen aan de Rijselse universiteit, een reeks artikelen van André De Ké in de Roeselaarse ‘Weekbode’ (11 en 25 aug. 1961) en, in het programmaboekje van de landbouwbeurs te Hazebroek, een artikel over de geologie van Frans-Vlaanderen, door Albert Deveyer en een artikel over plaatsnamen in Frans-Vlaanderen, door Mgr. H. Dupont, voorzitter van het Comité flamand de France en hulpbisschop van Rijsel.
Onder de publicaties vermelden wij een beknopte studie van de Amerikaanse germanist Geart B. Droege van de The Paul University in Chicago over ‘Friese namen in Frans-Vlaanderen’ op grond van een onderzoek dat hij in 1959 en 1960 in Zuid-Vlaanderen heeft ingesteld; verder de uitgave van een bundel opstellen van Zuid-Vlamingen, samengebracht door Z.E.P. Bruno Froissart uit Broekburg, een uitgave die gepresenteerd werd in een band waarop een Vlaamse Leeuw is afgebeeld en waaraan ook hun medewerking verleenden: Prof. R. Huyghe, Pierre Bertin en Emmanuel Looten.
Stippen we hier ook de verspreiding aan van 3.500 fotobrochures over Zuid-Vlaanderen door de Werkgroep Nederland.
Wie ten volle met het Zuidvlaams probleem wil kennis maken en de actuele werking voor en in Frans-Vlaanderen wil volgen mag niet nalaten zich te abonneren bij Frits Desloovere op het Zuidvlaams kultureel tijdschrift ‘Notre Flandre - Vlaamse Heem’ en op het tijdschrift ‘Ons Erfdeel’. Beide tijdschriften brachten weer tal van belangwekkende bijdragen. ‘Notre Flandre’ voleindde zijn negende jaargang en mocht zich verheugen in een trouwe lezerskring. ‘Ons Erfdeel’ beëindigde zijn vierde jaargang en nam een voortdurende uitbreiding.
| |
II. Frans-Vlaanderen in radio en televisie
B.N.R.O.-Kortrijk verzorgde op 3 september 1960 een eerste uitzending over Zuid-Vlaanderen. Er werd o.m. een lezing gehouden door E.H. Georges Decalf over ‘De spreekwoorden uit de streek van Ekelsbeke’.
Op 30 november 1960 toonde Robert Victoor op treffende wijze aan hoe hij zijn leerlingen te Kapelle Nederlands leert.
Lic. P. Daled gaf eveneens een demonstratie met zijn leerlingen uit St.-Winoksbergen voor studio Kortrijk op 27 mei 1961. Aan dezelfde uitzending verleenden verder hun medewerking: Z.E.H. Ley, directeur van het College te St.-Winoksbergen, de heer Raoul Maeght, onderwijzer uit St.-Winoksbergen en de heer A. Deveyer, leraar te Hazebroek. De heer Deveyer handelde over volksverhalen, spreekwoorden en raadsels uit de Westhoek.
Voor B.N.R.O.-Brussel voerde Hubert Van Herreweghen op 2 oktober 1960 een vraaggesprek met Jozef Deleu over het ontstaan en de werking van ‘Ons Erfdeel’. Op 20 november 1960 zond de K.R.O. Hilversum een klankbeeld uit over ‘Belgisch- en Frans-Vlaanderen en de taal, die in diepste wezen de bevolking van deze door een grens gescheiden gebieden blijft verbinden’. De samenstellers ervan waren Tom Bouws en Herman Fikkert. Werkten verder mee aan deze schitterende uitzending: Mgr. Devos uit Rijsel, de heer Robert Victoor, W.E.H. Decalf, Dr. Jan Klaas, Stijn Streuvels en André Demedts.
Naar een script van Johan de Brabander presenteerde de Vlaamse Televisie op 21 februari 1961 een geslaagde film over het Vlaamse leven in Zuid-Vlaanderen. De filmbeelden waren van Jos van Schoor, de realisatie berustte bij Marc van Cauteren en de reporter was Jan Smets.
| |
III. Voordrachten over Frans-Vlaanderen en kulturele manifestaties
André Demedts trad op met een voordracht te Bissegem (Davidsf. 4 okt. 1960), te
| |
| |
Deurle (Davidsf. 23 okt. 1960), te Bellegem (Davidsf. 22 nov. 1960), te Westrozebeke (Davidsf. 29 nov. 1960), te Brussel (A.N.V. 20 jan. 1961), te Kortrijk (Ruime Horizonten 28 febr. 1961), te Mechelen (De Noordster 13 april 1961) en te Roesbrugge-Haringe (Davidsfonds 7 mei 1961).
Jozef Deleu hield op 2 oktober 1960 te Wilsele (Leuven) een lezing over ‘De Nederlandse Letterkunde in Zuid-Vlaanderen’ in samenwerking met deklamator Willem Laroy. Hij trad ook op te Rekkem voor de plaatselijke afdeling van het Davidsfonds in samenwerking met Jozef Declercq en deklamator Anton van der Plaetse. Hij hield verder een korte spreekbeurt op de Jong-Nederlandse literaire dagen te Landegem (16 juli 1961).
Op 10 maart 1961 sprak Dr. A. Lejuste voor de ‘Vlaamse Vriendenkring van Watermaal-Bosvoorde’ over ‘Nederland in Frankrijk’. Op 11 april 1961 verzorgde E.H. Ward Corsmit een avond over Frans-Vlaanderen in samenwerking met de heer J.H. Stolte en Jo de Maat, te Waasmunster voor het Erasmusgenootschap ‘Land van Waas’, afdeling van het A.N.V. Op 18 februari 1961 sprak de heer Maurits Verhaest voor de Middenstandsjeugd te Wevelgem, op 4 mei 1961 sprak Jozef Declercq voor de jongens van K.S.A.-Menen.
Door de heer Roger Decool uit Ieper werden voordrachten met kleurdia's gehouden te Poperinge (V.T.B.), te Veurne (V.T.B.), te Ieper (V.T.B.), te Roeselare (Cultura), te Handzame (Davidsf.), te Eernegem (Davidsf.), te Merkem (Davidsf.), te Watou (Davidsf.), te Oostduinkerke (Davidsf.), te Gent (Vlaamse Kultuurkring), te St. Kruis (Davidsf.), te Brussel (Koninkl. Bond der West-Vlamingen) en te Antwerpen (V.T.B. 21 jan. 1961). Op 4 mei 1961 hield Dr. P.C. Paardekooper een uiteenzetting over Zuid-Vlaanderen voor de leerlingen van de kweekscholen te Dongen.
Op 11 december 1960 ontving Gerard Schmook, Conservator van het Museum voor Vlaams Kultuurleven, een afvaardiging van de vroegere vereniging voor Zuidvlaamse werking ‘Pro Westlandia’, waarbij door Cyriel Rosseeu aan dit Museum belangrijke getuigenissen over de werking van ‘Pro Westlandia’ werden overgemaakt. Op 16 april 1961 had te Hulst in Zeeuws-Vlaanderen de zesde Fransvlaamse Kultuurdag plaats onder voorzitterschap van de heer J.H. Stolte en met mej. Lieselot van Son als secretaresse. Er werden voor de middag verschillende sectievergaderingen gehouden waaraan o.m. hun medewerking verleenden: de heren Frits Pittery, Frits Desloovere, Anton van der Plaetse, Herman Verwaetermeulen en P. Daled. De plenaire zitting werd in de namiddag geleid door E.H. Smet. De heer Barbry uit Westouter sprak over de toneelopvoeringen in Zuid-Vlaanderen en de heer Daled liet een bandweergave horen van een Nederlandse les in St.-Winoksbergen.
Er was voor deze dag een ruime belangstelling uit Belgisch-Vlaanderen en vooral de talrijke aanwezigheid van de Inka-groep uit Brugge werd opgemerkt.
| |
IV. Reizen, trektochten en kampen
De studenten van de Missiebond der Paters Oblaten te Waregem voerden op 4 maart 1961 een geslaagde dropping uit in Frans-Vlaanderen. De streek van Klommeres, Hazebroek en Ekelsbeke werd als exploratieterrein uitgekozen. Op 24 maart 1961 maakten de leden van de ‘Vlaamse Geschiedkundige Kring’ van de Gentse Universiteit een studiereis door Zuid-Vlaanderen.
Verschillende uitstapjes naar Zuid-Vlaanderen werden gemaakt door de heemkundige kring ‘Bachten de Kupe’, o.l.v. Bert Bijnens, waarbij ook filmopnamen werden gemaakt.
Op 23 april trok het Ter Duinenkoor van Koksijde, onder leiding van koorleider L. Maertens, naar Ekelsbeke waar het de zondagsmis met Vlaamse liederen heeft opgeluisterd en waar het in het Nederlands verwelkomd en bedankt werd door W.E.H. Pastoor Decalf. Verder op zijn tocht bezocht het koor het kerkje van Audingen (Kaap Griz Nez), waar eveneens Vlaamse godsdienstige liederen ten gehore werden gebracht. Talrijke reizen werden dit jaar in de Westhoek ondernomen. Als gids heeft de heer Verhaest uit Ledegem er alleen al veertien geleid.
Onder de ons bekende groepen die een toeristisch uitstapje naar Zuid-Vlaanderen ondernamen, noemen wij: de K.W.B.-Nieuwenhove-Waregem, de K.A.V.-Gaverke-Waregem, de Bond der Gepensioneerden uit Waregem, de jongensschool Nieuwenhove-Waregem, de V.T.B.-afdeling Roeselare (met als gids E.H. Lowijck), Jong-Davidsfonds Kortrijk, de kulturele vereniging Wibilenga uit Wevelgem, de A.B.N.-vereniging der Gevaertfabrieken uit Mortsel, de K.W.B.-Lendelede, en verder groepen uit St. Katharina bij Kortrijk en uit Mortsel bij Antwerpen.
Het echtpaar Verwaetermeulen-De Potter breidde vanuit het jeugdheem ‘Het Eksternest’ te Westouter de werking van de opvoedende jeugddienst ‘Werkgroep Nederland’ uit. Door bemiddeling van de werkgroep trokken een 18-tal studentenverenigingen en jeugdgroepen - in totaal ongeveer 700 man - tijdens de Paasvakantie en de grote vakantie Zuid-Vlaanderen in voor een exploratietocht door de
| |
| |
Westhoek of voor het houden van een kamp in de door de Werkgroep beheerde hemen en kampeerterreinen op de Katsberg, te Kassel, te Klommeres en te Hazebroek. Niet minder dan 29 jeugdkampen werden gehouden waaraan door ongeveer 1500 jongens en meisjes werd deelgenomen. Een tiental groepen kampeerden op het kasteel van generaal Vandamme ‘Het Fregat’ te Kassel; een tiental groepen kampeerden op de Katsberg, 1 groep te Klommeres en de overige groepen op de kampeerterreinen van de Vossenberg en de Hamerhouck te Kassel en de kampeerboerderij te Hazebroek.
| |
V. Toneel in Frans-Vlaanderen
De toneelvereniging ‘De Verbroedering’ uit Westouter zette onvermoeibaar en met steeds groeiend succes zijn toneelopvoeringen in Zuid-Vlaanderen voort. Van Antoon Coolen werden ‘De vier jaargetijden’ opgevoerd te St.-Jans Kapel (23 okt. 1960), te Meteren (6 nov.), te Herzele (13 nov.), te Hondschote (20 en 21 nov.), te Eke (4 dec.). ‘Kinderen van ons Volk’ (of ‘Menschen lyk Wyder’) eveneens van Antoon Coolen werd opgevoerd te Houtkerke (9 jan. 1961), te Kaaster (5 febr. 1961), te Bollezele (12 en 13 febr. 1961) en te Godewaarsvelde (5 maart 1961).
In totaal dus 11 opvoeringen, waarvoor regisseur en secretaris Flor Barbry, voorzitter Emiel Hardeman en de spelers van dit prachtige volkstoneel voor Frans-Vlaanderen onze bewondering en onze oprechte dank verdienen.
De toneelvereniging ‘Voor Outer en Heerd’ uit Alveringem had dit jaar minder tijd beschikbaar en kon slechts één opvoering van het toneelstuk ‘Durf Leven’ van Jan Gorissen verzorgen n.l. te Ekelsbeke (2 okt. 1960).
Twee nieuwe toneelverenigingen traden op in Frans-Vlaanderen: de toneelvereniging ‘De Vredezonen’ uit Wielsbeke te Rijsel voor de ingeweken Vlamingen met ‘De blijde Begravinge van Klakke Verdoest’ van G.M. Martens (22 jan. 1961) en de toneelvereniging ‘De jonge Troostverwachters’ uit Roesbrugge-Haringe met een Zuidvlaamse bewerking van pastoor Jules Leroy's ‘Karel de Blauwer’. De bewerker was Romain Depuydt en het stuk werd opgevoerd te Abele (29 jan. 1961), te Killem (5 maart 1961) en te De Moeren (12 maart 1961). Er waren gemiddeld 300 personen aanwezig.
| |
VI. Onderwijs in Frans-Vlaanderen
Allereerst moeten wij hier wijzen op de uitbreiding die de Nederlandse leergang van de heer Robert Victoor te Kapelle bij Koudekerke heeft genomen. Zijn leerlingenaantal is aangegroeid tot 42 en hij heeft thans twee afdelingen. In de eerste afdeling volgen volkomen vrijwillig 17 leerlingen hun tweede jaar Nederlandse les, 2 uur per week, en in de tweede afdeling volgen 25 leerlingen hun eerste jaar Nederlandse les, eveneens twee uur per week. Deze leerlingen onderhielden een regelmatige correspondentie met leerlingen van de Mulo van Naaldwijk en de Europaschool van Deventer. De leergang van de heer Daled te St. Winoksbergen werd na een paar maanden onderbreking voortgezet voor twee klassen: in de ene afdeling volgen 6 leerlingen hun tweede jaar Nederlands en in de andere afdeling 10 leerlingen hun eerste jaar.
De leergang aan het Klein Seminarie te Hazebroek werd voortgezet door Z.E.H. Vandendriessche, pastoor te Abele, aan een 15-tal leerlingen, één maal per week gedurende een paar uur.
De avondcursus die te Rijsel werd ingericht in 1948 onder de bescherming van het Belgisch konsulaat met als lesgever de heer Salembier ging normaal verder, evenals de Nederlandse cursus van Prof. Dr. Walter Thijs aan de Rijselse staatsuniversiteit, die zelfs uitbreiding nam aangezien 16 studenten de leergang hebben gevolgd. Vijf onder hen maakten een 3-daagse studiereis mee door Nederland (17-20 mei). Ook de cursus van Kan. Deswarte aan de Vrije Katholieke Universiteit te Rijsel werd voortgezet. Kan. Deswarte, die tevens directeur is van het College St. Jacques te Hazebroek, heeft de jongste maanden ook in zijn eigen college een Nederlandse cursus ingericht. Twaalf leerlingen hebben 2 tot 3 uur per week deze cursus gevolgd.
Een ander schitterend initiatief werd genomen door de Werkgroep Nederland. Tijdens de maand augustus werd immers door de Werkgroep een Nederlandse vakantiecursus ingericht te Kassel. Er werden in het stadje 400 uitnodigingen verspreid waaraan werd beantwoord door 11 personen, die dan werden ingedeeld in twee groepen. Door twee leerkrachten n.l. mej. Peperstraete uit Proven en mej Van Dorpe uit Poperinge werden in het kasteel ‘Het Fregat’ vier proeflessen van 2 uur gegeven waarna alle leerlingen met een tweedaagse rondreis door Vlaanderen en Nederland werden beloond.
| |
VII. Andere activiteiten in en voor Frans-Vlaanderen
Op zondag 18 september 1960 werd te Hazebroek een vergadering gehouden van ‘De Vlaamse Vrienden in Frankrijk’ onder voorzitterschap van Dr. Jan Klaas. In ‘De Standaard’ van 23 september 1960 kon men daarover een uitvoerig verslag
| |
| |
lezen. Op deze vergadering werd voor de middag o.m. de bedrijvigheid van het afgelopen jaar door Dr. Jan Klaas en de heer Lode Hoex onder ogen genomen en er werd verslag uitgebracht over de Taal- en Letterkundige Wedstrijd aldaar. Tien prijzen werden hierbij toegekend.
De heer Maxime Dumoulin en de heer H. Moorteleek mochten de eerste twee prijzen ter waarde respectievelijk van 30.000 en 20.000 F in ontvangst nemen. In de namiddag werd het woord gevoerd door E.H. Gantois en door de heer A. Bourgeois. Een groep leden van de Vereniging ‘De Vlaamse Vrienden in Frankrijk’ stichtte een Kamiel Lootenkring naar het voorbeeld van de vroeger bestaande studiegroep Lodewijk de Baecker, om gemeenschappelijk aan geschied- en volkskundige onderzoekingen van de steden en streken in Zuid-Vlaanderen te doen.
Door het secretariaat van ‘De Vlaamse Vrienden’ werden ook tal van lezingen, tentoonstellingen en publicaties die in het teken staan van de Vlaamse herleving bekend gemaakt. Verdere gegevens daarover kan men vinden in het tijdschrift ‘Notre Flandre’. Wij willen echter niet nalaten hier iemand als Valentin Bresle te vermelden die bijna een halve eeuw in de beweging staat en thans weer van zich liet spreken door zijn publicaties en zijn artistieke bedrijvigheid in dezelfde Nederlandse geest die steeds voor zijn werk kenmerkend is geweest.
Door het tijdschrift ‘Ons Erfdeel’ werd een Frans-Vlaanderen prijskamp voor de jeugd ingericht waarbij 20.000 foldertjes onder de titel ‘Ken je Frans-Vlaanderen?’ werden verspreid en 50 mooie prijzen werden toegekend. Het tijdschrift was ook samen met ‘Notre Flandre’ vertegenwoordigd op de Boekenbeurs te Kortrijk ter gelegenheid van de Taalfeesten aldaar. ‘Ons Erfdeel’ richtte ook een literaire prijskamp in. Een prijs van 2.000 B.F. werd toegekend aan de heer W. Spillebeen uit Menen voor een monografie over de Zuidvlaamse dichter Emmanuel Looten en een premie van 1.000 B.F. werd toegekend aan de heer A.F. van Putten uit Zevenbergen voor een monografie over de Fransvlaamse Letterkunde.
Op 21 december 1950 werd te Kortrijk een contactvergadering belegd tussen bestuursleden van het Comité flamand de France, bestuursleden van ons Komitee en van de Kultuurraad voor Vlaanderen. Hierbij werden vooral de steun aan en de aanmoediging en uitbreiding van het Nederlands onderwijs en het Vlaams toneel in Zuid-Vlaanderen besproken. Dezelfde problemen en mogelijkheden werden ook besproken op 4 maart 1961 tijdens een bijeenkomst die plaats had te Kortrijk tussen een afvaardiging van ‘De Vlaamse Vrienden’ en een afvaardiging van ons Komitee.
Op 21 juli 1961 had te Westouter onder impuls van burgemeester Emiel Hardeman en zijn zoon Mr. Jan Hardeman een zeer geslaagd molenfeest plaats in het bijzijn van molenaars uit Zeeuws- en Frans-Vlaanderen. Namens Frans-Vlaanderen werd een groet gebracht door de heer Abel Deschodt, voorzitter van de molenaars van Frans-Vlaanderen.
Op het Jongeren-Contactweekend Vlaanderen-Nederland te Nijmegen was ook een jonge Frans-Vlaming uit Toerkonje aanwezig.
Als bewijs dat ook van officiële zijde belangstelling voor Zuid-Vlaanderen bestaat mogen we hier de koninklijke onderscheiding die Dr. J.E. Van den Driessche te beurt viel niet onvermeld laten. Naar aanleiding van zijn 60e verjaardag werd hij door Hare Majesteit Koningin Juliana geridderd tot officier in de orde van Oranje-Nassau.
Van Belgisch-politieke zijde kunnen wij het optreden vermelden van senator Robert Vandekerckhove ten gunste van het Nederlands onderwijs in Frankrijk, door een parlementaire vraag, gericht aan de heren Ministers van Openbaar Onderwijs en Buitenlandse Zaken, op 27 oktober 1960. Hierin bepleitte senator Vandekerckhove een aandringen van Belgische zijde langs diplomatieke weg om Nederlands onderwijs in Zuid-Vlaanderen te verkrijgen.
| |
VIII. Materiële steun die via of door ons komitee aan de werking in en voor Frans-Vlaanderen werd verleend
Stippen wij vooreerst aan dat tal van personen ten bate van Zuid-Vlaanderen boekenschenkingen hebben gedaan. De heer Eugeen Hermans uit Brussel schonk een reeks prismawoordenboekjes ten behoeve van de Nederlandse leergangen te Kapelle, St.- Winoksbergen en Hazebroek.
Woordenboekjes en handboeken werden ook geschonken door de vereniging Inka uit Brugge aan de leergang van de heer Victoor en aan een zestal personen. Via ons Komitee werden boeken en tijdschriften geschonken door de heer Robert Lettens uit Hekelgem, door de Eerw. Paters Oblaten uit Waregem, door de drukkerij De Koninck uit Asse en door de heer Jef Ruysschaert uit Gent. Het Hoofdbestuur van het A.N.V. zorgde voor prijsboeken voor de drie onderwijsinrichtingen met Nederlandse leergang en voor leerboeken voor de nieuwe leergang van Kan. Deswarte te Hazebroek.
Door ons Komitee werden voor de leergang te Kapelle 25 prismawoordenboekjes
| |
| |
aangekocht en 40 exemplaren van het handboek ‘Op nieuwe wegen’. Van dit handboek werden ook 22 exemplaren ter beschikking gesteld aan E.H. Vandendriessche en andere lesgevers. Telkens werd een deel van de bestelde exemplaren door de Uitg. De Sikkel geschonken. 20 Woordenboekjes, verschillende exemplaren van ‘Op nieuwe wegen’ en tal van andere boeken werden ook bezorgd aan ‘De Vlaamse Vrienden in Frankrijk’. Naast boeken en tijdschriften werden verschillende exemplaren van een ‘Grammaire de Néerlandais’ aan Frans-Vlamingen geschonken. Ten behoeve van ‘Het Werk der Vlamingen’ te Rijsel werden door ons Komitee platen met Vlaamse liederen aangekocht en ook heel wat boeken werden aan dit Werk overgemaakt. Tenslotte werden ook nog verscheidene exemplaren aangekocht van het handboek ‘Nederlandse Letteren’ van E.H. Demuynck voor de Nederlandse leergang te Hazebroek. De uitgeverij Didier uit Brussel leverde de boeken met een korting van 20%.
Voor het eerst kon door bemiddeling van ons Komitee naast een vergoeding voor reiskosten een honorarium worden toegekend aan de drie leraars van de Nederlandse cursussen in Frans-Vlaanderen. Deze eerste financiële tussenkomst danken wij aan het Algemeen Nederlands Verbond dat dit jaar ongeveer 27.500 F te onzer beschikking kon stellen. Dit bedrag werd dan in de eerste plaats gebruikt voor de drie leergangen, maar kredieten werden ook bezorgd aan de tijdschriften ‘Notre Flandre’ en ‘Ons Erfdeel’ en aan de ‘Werkgroep Nederland’.
Naast deze belangrijke steun, waarvoor aan het Hoofdbestuur van het A.N.V. dank moet worden gebracht, ontving ons Komitee ook een toelage van 25.000 F van de Kultuurraad voor Vlaanderen en verder financiële steun van de gemeente Waregem en van de provincie West-Vlaanderen, van de in ons Beschermend Komitee opgenomen kulturele verenigingen, van het Vlaams Erekomitee Dr. Borms, van de Rotary-Club Boom-Rupel, van de vrienden van ‘Het Volk’ en van verschillende personen waaronder een gift van 1.000 F van Pater Stracke.
Deze steun heeft het ons Komitee mogelijk gemaakt de toneelverenigingen die in Frans-Vlaanderen optreden te subsidiëren met een toelage van 500 F per vertoning, het onderwijs en de tijdschriften te steunen en steunbijdragen te verlenen aan alle groepen die bij de werking voor Zuid-Vlaanderen betrokken zijn.
Deze steun maakt het verder mogelijk de Kultuurdag te Waregem te organiseren en financiële hulp toe te zeggen aan het Vlaamse Tuinfeest dat op zondag 3 september zal worden gehouden te Ekelsbeke en aan de Fransvlaamse Kultuurdag die volgend jaar te Breda in plaats van te Hulst zal worden ingericht.
Ik meen dat ik met dit financieel relaas het overzicht kan beëindigen van een werking die zeker niet financieel-renderend is voor de personen die erbij betrokken zijn. Vanaf 1948 tot heden werd immers de werking gevoerd zonder vrijgestelden, zonder enig bezoldigd persoon en zelfs, de eerste tien jaar, met schamele financiële middelen. Ook nu nog wordt met het geld zeer zuinig omgesprongen en allerlei kosten vallen nog ten laste van de werkende leden van het Komitee en van de verschillende meewerkende groepen.
Om dit reeds uiteraard lastig en ondankbaar werk te kunnen volhouden in een tijd als de onze moet men vaak hard kunnen zijn tegenover zichzelf.
Met meer geld zouden wij nog meer kunnen verrichten maar de bezielende krachten zijn en moeten blijven: geloof en overtuiging. Krachten van geest en hart dus, die dan toch altijd gesterkt worden door de gedachte dat de werking voor Zuid-Vlaanderen niet enkel een werking is voor een klein stukje Vlaanderen, een zg. verloren hoek, maar ook een algemene Vlaamse werking die de gehele Vlaamse en Nederlandse gemeenschap ten goede komt. Maar dat zelfs de werking voor een vergeten en verwaarloosd deel van Vlaanderen niet zo nutteloos is geweest en dat met idealisme, gepaard aan zin voor realiteit, veel kan worden bereikt bewijst dan weer dit overzicht van 1 jaar werking.
Wij zeggen dan om te eindigen zonder pretentie: Wij houden vol en wij gaan voort tot wij - om de bijna tien jaar oude woorden van onze voorzitter te gebruiken - zelf overbodig zijn geworden!
augustus 1961
|
|