De Noordstar. Jaargang 3(1842)– [tijdschrift] Noordstar, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 96] [p. 96] De liefde en de dood. (Letterlyk naer het Spaensch van Don Pedro Calderon De la Barca.) De Dood was met de Min het strydperk ingetreden, Opdat het bleke wie het meeste kwaed kon stigten; Want beide hadden zy reeds lang met giftge schichten, Der stervelingen vryheid, leven zelfs bestreden. Een goddelyke schoonheid schiep de Min: met reden Geloofde zy zich dus de zege te verligten; De Dood bragt echter Min en schoonheid ras tot zwichten, Dewyl zyn pylen 't godlyk beeld versterven deden. De Liefde zich met smart den lauwer ziende ontrooven, Deed nu op het metael de reine godheid zweven, Alwaer de Dood derzelver glans niet kon verdooven. Zoo werd de zegekroon met regt der Min gegeven: Daer levenden en dooden haer vermogen loven; Terwyl de Dood slechts magt heeft op der menschen leven. d. sleeckx. Vorige Volgende