LVIII.
Bij ‘Terwey’ lees ik: ‘Voorzetsels zijn woorden, welke de betrekkingen aangeven, die tusschen twee zelfstandigheden bestaan.’
Bij ‘Brill’ vind ik: Voorzetsels zijn woorden, welke dienen om de betrekking tusschen twee voorwerpen of begrippen, door zelfstandige naamwoorden of voornaamwoorden uitgedrukt, aan te duiden.’
Dit is mij niet volkomen helder, daar het mij voorkomt, dat in de meeste gevallen de betrekking tusschen de zelfstandigheden niet alleen door het voorzetsel, maar door werkwoord en voorzetsel wordt uitgedrukt. Neem ik b.v. den zin: ‘wij spelen om een dubbeltje.’ Wordt in dezen zin de betrekking tusschen ‘wij’ en ‘het dubbeltje’ alleen door om uitgedrukt. 't Komt mij voor, dat hier het ww. onmisbaar is om te zamen met om de betrekking aan te duiden. Eveneens is dit in verscheidene andere gevallen.
Gaarne zoude ik vernemen, waarom de volgende definitie van voorzetsels onjuist zou zijn: ‘Voorzetsels zijn woorden, die op zichzelve of te zamen met een ww. de betrekkingen aangeven, die tusschen twee zelfstandigheden bestaan.
Tevens wenschte ik te vragen welke fout er is in de volgende redeneering:
‘Hij volhardt in zijne studie’ ‘in’ geeft de betrekking aan tusschen hij en de studie.
‘Volharden in de studie is het eenige middel om te slagen.’
‘in’ geeft de betrekking aan tusschen het onderwerp, dat men bij volharden denken moet en studie..
‘Zijne volharding in de studie zal beloond worden.’
‘in’ geeft de betrekking aan tusschen hem en studie.
‘Zijn lust in de studie zal beloond worden.’
‘in’ geeft de betrekking aan tusschen hem en studie.
Mocht de redeneering, die bij de opsomming dezer voorbeelden ten grondslag ligt, juist zijn, dan zou een voorzetsel met een znw. te zamen genomen, ook het verband of liever de betrekking kunnen aangeven, die tusschen twee zelfstandigheden bestaat.
Vragen etc. beantwoord door: J.G. Groh te Numansdorp; D.A. Kuijntjes te Zuilichem a/d Waal; H. Italië te Utrecht; J.H. te L.; J.C. Groothuis te Maurik; J.B. Micheels te Schijndel; Jan van Boxmeer (ps.); Simon Postmus te Leiden; J.S. Jzn,; H.K. te V.; M.v.V. te L.; J.S.L. te G.; F. Willems te Antwerpen; Z. te O.; N.P.S.; Brabantius.; Masarino; J.G.W.Z. te Amsterdam; B. Schrikkema te Vries; Champ de Corneille te Venraaij; Jan Maas te D.; A. Brand te Amsterdam.
‘Een bestendig lezer’ uit Steenbergen hebbe de goedheid bl. 4 van den omslag te herlezen: De stukken aan de Red. en niet aan de Uitgevers en bij elke inzending opgave van naam en adres.