Zoo het raapstuk, zoo de rapen;
Zoo de meester, zoo de knapen.
Als 't ievers dondert, 't is meest de vrouw die aan de wrange staat.
De dwaze zoekt den eersten rang om gezien te zijn; de wijze neemt plaats op den laatsten om te zien.
Een kwaad geweten is de getuige, het gevang, de rechter, de beul en de straf des kwaads.
Niets zoo krachtig als 't voorbeeld; zonder er op te peizen, recht men de anderen op met zelve recht te staan.
Koopt gij te veel, gij zult welhaast u van 't noodzakelijke moeten ontmaken.
Drij velen en drij weinigen zijn ons zeer nadeelig: vele spreken en weinig weten; vele verteeren en weinig bezitten; vele boffen en weinig gelden.
Geen wijsheid was er ooit zoo groot
Als dikwijls denken aan de dood.
Het is een wel-gesteld gemoed
Dat 't zuur ontvangt gelijk het zoet.