het niet-geordende leven van straat en dorp en plein en stad, juist zooals het is, en hij doet zoo heel wel!
We zouden wel eens geerne 'n blije kermis zien, of 'n feest van boeren in hun vrije doening, of 'n kruisdraging, of 't is gelijk wat, waarbij menschen, en bijzonder volksmenschen, komen op de straat, en waarbij dan alles precies geschikt is als de klassieke, de koud-klassieke kunst, dat eischt. We zouden uitgelaten vreugde-bedrijven willen zien eerst en vooral door 'n belemmerende protocool van kunst (?) - regeltjes omschreven.
Men bezie maar eens n' schilderij van Breughel: men beginne 't is gelijk van uit wat hoek en men vordere en overzie ze alzoo geheel en 't is heel zeker dat men zal verbaasd staan over de menigvuldige fijngelijnde, smakelijk-gekleurde, dikwijls grappig-voorgestelde schilderijtjes, die ze bevat. En dat is natuurlijk en juist.
Het museum van Weenen bezit het grootste getal van Breughels werken. Daar zijn onder meer zijn Huwelijksmaal, vol leven, blije doening en geestigheid, heel warm van toon, 'n Boerendans, ongemeensmakelijk door den rijkdom der kleuren, het levendige der bewegingen en de lieve schoonheid van het landschap, Paulus' Bekeering, toonend hoe rijk Breughels verbeelding is, de Toren van Babel, n' werk, wemelend van beweging en wonderlijk van opvatting, 'n schilderij, waarbij men stil blijft om tot het begrijpen er van te komen; zijn schoone Kindermoord, die 'n vlaamsch dorp met kerk en huizen voorstelt, geheel wit van den neergevallen sneeuw, met prachtig bruine kleuren voor de woningen. De lucht is grijs-blauw en daarop teekenen de naakte takken der bladerlooze boomen, zoo waarlijk-reëel. Midden den weg, die op het voorplan van den eenen kant eindigt in 'n soort vastgevrozen poel, staat 'n ruitersbende, met de vlag en de lansen hoog boven de hoofden. De soldaten zitten diep in hun stalen harnassen en wachten. Sommigen zijn hun afzichtelijk beulswerk begonnen? zij loopen de deuren in. Menschen komen in de straat en bidden om genade voor de arme onnoozele kinderen, door Herodes, wreed veroordeeld. 'n Hond loopt heen, nevens een rennend paard, 'n andere houdt 'n man bij den halsband. Doode kinderen liggen als arme, gebroken poppen neer in den sneeuw, rond hen wat rood-gekleurd. Hier nog vlucht 'n vrouw, ginder zit 'n andere neer in den konden, witten sneeuw, met heur dood kind op den schoot en weent.
En dat alles leeft, leeft...
Daar is ook nog de Vastenavond-Twist nog levendiger, nog kleurrijker, nog sterker van verbeelding en blij-geestige fantazij dan veel van zijn andere schilderijen. Deze wonderlijke, zoo komieke en toch zoo schoone schildering is niet te beschrijven. Zij geldt voor 'n meesterwerk en is het inderdaad ook, want nergens is misschien zooveel geestigheid, kleur, leven, beweging, rumoerigheid, - men hoort de pret! - bijeen gebracht als daar.
Berlijn, Madrid, Parijs, Nantes, Brussel en Antwerpen bezitten