[Nummer 18]
Schemering.
Naar de schilderij van Louis Apol.
Het zijn bij voorkeur de boschachtige streken van ons vaderland, waaraan de winterlandschapschilder Louis Apol zijn effectvolle, vooral in de dagen zijner krachtigste vruchtbaarheid veel gewaardeerde schilderingen ontleent: Gelderland, Noord-Brabant, de houtrijke deelen van Holland kunnen de stof geleverd hebben tot het landschap, waarvan wij hieronder de reproductie vinden.
Ditmaal ligt er geen sneeuw; het is in den herfst, en een dier stille, windlooze dagen, wanneer de statige beuken- en eikenlanen als voor de laatste maal te pralen staan in de ros- of geelgouden weelde van hun welkend gebladerte, roerloos wachtend den winter, die met zijn doodenwà van zacht-witte sneeuw weldra hun verstijvende leden dekken komt. Boven de hooge boomenkronen, wier ijle toppen fijn en rank opsprietsen in de ruimte, drijven de kalme, grijs-witte wolken samen tot een gewelf van matte blankheid, waaruit langzaam het laatste licht wegtrekt, om aan den gezichteinder nog even òp te blinken als een stille verrukkingslach over stervend dag-gelaat.
En rondom staan de eerbiedige boomen, vóóraan de bleek-stammige berken, dieper ter weerszijden het ruig gewirwar van blonde en ros-gouden bladeren, van vaal-groen bemoste stammen en bruin-bronzige struiken, met daartusschen de breede, zwaar-door-voorde zandweg, gelig-grijs verwazend in de duistere boschdiepte.
Een landman, langzaam gaand naast zijn volgeladen wagen, waarvoor het trouwe werkpaard sjokt, leidt zijn laatste vrachtje huiswaarts; hoog en klaar klinkt, boven het geruisch der rulle blâren langs den weg, het helle geklingel der schellen, die, blinkend geschuurd, het hoofdstel van zijn dier versieren en reeds van verre vaders eindelijke komst verkondigen aan moeder en kinderen, die in de lage, rietgedekte woning hem na moeizaam doorzwoegden dag met het avondbrood verbeiden.
schemering, naar de schilderij van louis apol.