Koning Arthur
O ridderlijke vorst der heldensage,
Hoe straalt uw blank en smetteloos blazoen,
Den nacht der eeuwen door, nog te onzen dage
Voor ieders oog, volheerlijk kampioen!
Rechtvaardig koning, onverwinlijk strijder,
Hoogwijs regeerder, wie in Kerstenrijk
Kwam immer u, God lovende belijder,
In riddereer en wapenroem gelijk?
Na harden strijd zou blijde vrede u dagen.
Daar, statig als een zwane, nadert al
De boot, die u naar 't oord der rust komt dragen,
Waar balsemkracht uw wonden heelen zal.
Op 't eiland, zoet omruischt van zomerzeeën,
Vlijt teedre zorg u neer aan 't bloeiend strand,
En koninginnen, schoon als tooverfeeën,
Verplegen u met liefdrijk zachte hand.
Een maagdenarm, van wit sameet omweven,
Stil rijzende uit het meer, vertrouwde uw hand
Het heilig zwaard, dat nimmer werd geheven
Dan tot der vromen schuts, der boozen schand.
Gij liet deemoedig in uw Tafelronde,
't Bezit nastrevend der smaragden schaal,
Waar 't Bloed in vloot, dat afwascht 's werelds zonde,
Het eergestoelt' den ridder van den Graal.
Eén slaakt den helm, waarvan het bloed uw oogen
Bedruipt, en neemt uw hoofd in haren schoot.
Eén reikt den balsem; de andren, neergebogen
Van deernis, schreien om uw heldendood.
Maar neen, niet sterven zult gij, eeuwig leven.
Uw brekend oog weerglanst van wondren straal;
Want, in 't gewaad uit hemellicht geweven,
Verschijnt u de engel met den heilgen Graal.
Eilaas! 't bleef ledig. Al uw dappren vielen
Ten offer aan hun trouw en hoogen moed.
Eén restte er om aan 's meesters zij te knielen,
Die neerlag, 't blank helmet geverfd van bloed.
Hem gaaft gij 't zwaard, ontzinkend aan uw vingren,
Dat hij 't kleinood, hel flonkrend als een vlam,
In 't droevig murmlend meer terug zou slingren,
Waar de arm in wit sameet het wedernam.
Ter plaatse, waar gij voor uws ridders oogen
Verdweent, verrees een marmren grafgesteent.
Eens, zegt men, zult gij weer regeeren mogen
En wordt uw Tafelronde opnieuw vereend.
O koning Arthur, zij de dag niet verre
Dat weer de menschheid 't heerlijk ideaal
Der riddervroomheid nastreve als een sterre,
Gelijk uw Tafelronde zocht den Graal.
Koning arthurs dood, naar de schilderij van james archer, tentoongesteld op de bruikleen-verzameling van Guildhall 1894 en gereproduceerd met welwillende toestemming van den heer Abraham Haworth.
|
|