Lambert van Ryswyck.
Geen naam is in Antwerpen naast dien van Conscience zoo door het volk geliefd als die van Van Ryswyck. Hij herinnert aan den stamvader van de familie hier ter stede, aan den ouden en eerbiedwaardigen vader Van Ryswyck, in leven bestuurder van ons Jongens-Weezenhuis, en die in deze betrekking als een type van vaderlijke goedheid, nauwlettende plichtsbetrachting en opoffering bekend stond. Hij herinnert vooral aan diens oudsten zoon en lieveling, de schoone figuur van den Door, die in den strijd voor de rechten van zijn volk slechts het jammerlijk uiteinde van een Tasso, maar ook dezes lauweren verwierf. Hij herinnert aan den dichter Jan Van Ryswyck met zijn opwekkend woord, zijne puntige en scherpe zetten en zijne geestige liederen. Hij herinnert eindelijk, - zonder nog van het jongere geslacht te gewagen, dat ook van den stamvader èn de dichtgave èn de liefde voor de Vlaamsche zaak erven mocht, - aan het tegenwoordig hoofd der familie, aan den Vlaamschen kamper en kunstbeoefenaar Lambert Van Ryswyck.
Deze broeder van den onsterfelijken Theodoor werd geboren te Antwerpen den 30 Mei 1822. Al vroeg volgde hij de stappen zijner broeders in de verdediging van Vlaanderens rechten, maar alhoewel zijne eerste letterkundige voortbrengselen van veel aanleg getuigden, werd het hem door zijne beroepsbezigheden niet vergund, het ontluikende schrijverstalent verder te ontwikkelen. Lambert Van Ryswyck ging reeds zeer jong in de leer bij den toenmaals vermaarden zilverdrijver Verschuylen en bezocht verder trouw de Antwerpsche Academie, om zich voor het gekozen kunstberoep te bekwamen. Niettemin leverde hij in zijne jongheid een aantal vrij verdienstelijke bijdragen, meestal van luimigen aard, in Het Taelverbond en Het Nederduitsch Tijdschrift, dichtte menig gelegenheidslied en hervatte nu onlangs weer met vernieuwden ijver de pen, om eenige tooneelstukken te schrijven, die bij de opvoering veel bijval verwerven mochten. Meer onderscheidde hij zich echter op het veld onzer taalbeweging, door eene vruchtdragende werkdadigheid en door zijn kernachtig en overtuigend woord in de voornaamste letter- en staatkundige kringen, die de verdediging der Vlaamsche belangen in hunne vlag voerden. Zoo is Lambert Van Ryswyck onder anderen voorzitter geweest van de vermaarde Maatschappij Voor Taal en Kunst, dat uitgangspunt van alles wat Antwerpen in letterkunde en taalontvoogding grootsch en praktisch voortgebracht heeft. Hij nam insgelijks het voorzitterschap waar in De Nederduitsche Bond, wiens vijf en twintigjarig onverpoosd en manhaftig streven wij over een paar maanden het innige genoegen hadden met hem feestelijk te herdenken. Lambert Van Ryswyck vervult ook sinds jaren de weerdigheid van voorzitter bij de Antwerpsche Meeting, in wier openbare vergaderingen zijne geestdriftwekkende openings- en sluitreden tot eene traditioneele noodzakelijkheid geworden zijn. Kortom, hij is in den vollen zin des
woord een Vlaamsch strijder, en deze hoedanigheid ware voorzeker reeds voldoende, om hem bij het volk bekend en bemind te maken, zoo daarenboven niet een duurzamere titel zich bij hem aan den voornoemden voegde.
Lambert Van Ryswyck is, of beter was de Benvenuto Cellini van Antwerpen, want sinds eenigen tijd heeft hij zijn wijdvermaard werkhuis van drijfkunst overgegeven aan zijn oudsten zoon, in wien hij het geluk smaakt zich geheel te zien herleven. Overtalrijk zijn de pronkstukken van drijfkunst, door Lambert Van Ryswyck aan de voornaamste tempels en bijzondere familiën van Zuid- en Noord-Nederland geleverd.
Aan zijne groote kunstvaardigheid is vooral te danken dat in verscheidene kerken de gewone smaaklooze altaren, door sierlijke gedrevene koperen meesterwerken vervangen werden. Dergelijke altaren zijn door hem ontworpen en uitgevoerd voor de St. Jozefs-kerk te Antwerpen, St. Rombout te Mechelen, St. Gudula te Brussel, voor 's-Hertogenbosch, Vechel, Delft enz. Kunstvolle tabernakelen werden in zijn werkhuis bij menigte vervaardigd. Onze laatste gravure geeft een dier heerlijke stukken te zien.
In geslagen koper werden voorts nog door het huis Van Ryswyck onderscheidene beeldenwerken van grooteren omvang geleverd, zooals b.v de acht meters hooge groep van het Hôtel Continental te Brussel en de Draak en windwijzers van het Belfort te Doornik.
Lambert Van Ryswyck maakte ook eenen nieuwen haan op het kruis van O.L. Vrouwen-toren, toen de oude tengevolge zijner hooge jaren van zijne verhevene standplaats dreigde naar beneden te tuimelen en voor zijne trouwe, eeuwenlange diensten wel recht verworven had, om in het Museum van oudheden eene eereplaats te gaan innemen. Na eene onberekenbare reeks van jaren zal ook de tegenwoordige haan, evenals zoo menig ander voortbrengsel van den verdienstelijken drijver, tot den rang eener vermaarde oudheid opklimmen, die den bloei van het Vlaamsche koper- en drijfwerk der XIXe eeuw aan den nazaat zal verkonden.
Mocht zulk bij uitstek Antwerpsch werk alleen iemand aangegeven worden, die er op beroemen kan van top tot teen Sinjoor te zijn, niemand beter dan den broeder des satirieken bezingers van Druon Antigoon kon de last opgedragen worden den vermemelden en vermolmden kop van den oudsten burger der Scheldeveste door een verjongd en flink voorkomend hoofd te vervangen. Mevrouw de Reuzin heeft thans niet enkel aan Van Ryswyck eenen echtvriend te danken, op wiens verjeugdigde physionomie zij niet weinig fier wezen mag, maar ook eenen levensgezel, wiens goed humeur door 's drijvers schrander overleg voor goed verzekerd is, daar de Reus in zijn koperen kop voortaan geene muizennesten meer hebben kan.
Wij vermelden natuurlijk beide laatstgenoemde werken niet om hunne kunstwaarde, maar alleen omdat zij den Scheldezonen van het oude ras belang inboezemen en L Van Ryswyck zelf er in zekeren zin even fier op is als op zijne kunstrijkste voortbrengselen.
En onder de overgroote menigte dier laatste zijn er nogtans, die ten volle den naam van juweelen der kunst-nijverheid verdienen. Wij hoeven slechts te wijzen op het prachtige zilveren portret van Conscience, met zijne keurige omlijsting, dat op de Antwerpsche wereldtentoonstelling van 1885 aller bewondering verwekte, en waarvan wij in onzen vorigen jaargang eene schoone afbeelding gaven. Het huis van Antwerpen, dit meer dan koninklijk geschenk, door de Meeting als huldeblijk aan haren talentrijken afgevaardigde Victor Jacobs overhandigd, is misschien het meestergewrocht van den Antwerpschen kunstdrijver, en zeker een der zinrijkste en fijnbewerktste stukken, die in dat vak ooit vervaardigd werden. Naast dergelijke voortbrengsels wordt alle verdere vermelding overbodig.
Zoo als wij reeds zegden, heeft Lambert Van Ryswyck thans, na eene veeljarige praktijk, de drijfstift voor goed vaarwel gezegd en zijne zaken in vollen bloei aan de kundige handen zijns zoons toevertrouwd.
Zijn tijd, die ten volle een rusttijd zou mogen wezen, wordt thans geheel besteed aan de behartiging onzer Vlaamsche kunst- en taalbelangen.
In dit werkzame, nuttige en eervolle streven hopen wij hem nog vele jaren in goede gezondheid te ontmoeten.