Nieuw vermeerdert konincklijck lied-boeck, versien met verscheyden lof en triumphgesangen
(1703)–Anoniem Nieuw vermeerdert konincklijk lied-boeck, versien met verscheyden lof en triumphgesangen– AuteursrechtvrijOp de Stemme: De Hont achter de Haes.Sa roept Victorie t'allen kant,
Wy Borgers, Boer en Heer,
Al door het gantsche Nederlant,
Dat ons Princesse weer,
Al van sijn Hoogheyt is gewis,
Nu voor de laatste mael,
Dat sy nu geen Princes meer is
Maer Coningin royael.
Haer Hoogheyt met een kloeck beleydt,
Onbiedt de Damens al,
Daer sy van alle neemt afscheyt,
En haer den Heer beval,
Men roept door 't heel Hollands gebiedt,
O Godt geeft doch voorspoet,
Dat ons edel Princesse niet,
Op zee geen quaet ontmoet.
O Pronck beelt van 't Brittanjens Rijck,
Begeeft ghy u op de Zee,
Met macht van Adel blijdelijk,
Die u convoyen mee,
Men roept door 't heel Hollands gebiedt,
O Godt geeft doch voorspoet,
Dat ons Edel Princesse niet,
op Zee geen quaet ontmoet.
De preparatie wort bereyt,
Van Eng'lant, Schot en Yr,
Hoe dat sy hare Majesteyt,
Ontfangen sullen hier,
Om daer de kroon op 't edel Hooft
Te planten, op den Throon,
Waer van veel Rijken staen verdooft
En Coningh van sijn Soon.
Wilhelmus Prins d'Oranjen Helt,
Den vierden kloeck van moet,
Die heeft kloeckmoedig in het velt,
| |
[pagina 27]
| |
Getoont van wat voor Bloet,
Gesprooten uyt Stuwaerden Stam,
En oock sijn Gemalin,
Waer door ons Lant in vryheyt quam,
En nu wort Koningin.
Sijn Hoogheyt kloek vroom van verstant,
Js voor een Scherrem heer
verkosen Van gantsch Engelant,
Ey siet wat groote eer,
Ook word de Kroon hem toegeleyt,
Al van het Parlement,
Die hem vereert door kloeck beleyt.
Den lof is niet te spreken uyt,
Die men bedrijven siet,
Ja meer als doen sy was de Bruydt,
Niemant toont geen verdriet,
Maer roepen over al met vreugt,
Singt een Oranjen Stam,
Een yder toont hem seer verheught,
Ons Landt in vryheyt quam.
Het vreugde vuur dat word bereyt,
Door heel Engels Gebiedt,
Al door sijn Hoogheyts kloeck beleyt,
Niemant toont geen verdriet,
Maer roepen 't is Stuwaerder Soon,
Uyt Keyserlijck Geslacht,
Niemant behoort anders de Kroon,
Als Prins Willem bedacht.
De Kroon en Staf die wort geplant,
Op de Oranjen Spruyt,
Men roept de vreught door heel Hollant,
Met alle blijtschap uyt,
Men roept daer al dien kloeken Helt,
Doe door sijn vroome daet,
De Kroon voort op het Hooft gestelt,
Door toedoen van den Staet.
Roept nu victorie voor gewis,
Door 't heel Christen Gebied,
Dat onsen Prins nu Coningh is,
Ten vollen is geschiedt,
Al van Brittanjens Republijck,
Roept viva Coningh nou,
Drinckt de gesontheyt blijdelijck
Van Coningin getrouw.
|
|