Het nieuwe vermeerderde groote harpje
(1703)–Anoniem Nieuwe groote harpje, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 42]
| |
Stem: Psalm 100.
GEnadig God en Vader goet,
O suyv're Bron en Ader-vloet!
Gy die ons toond u mildigheyt,
Ende uyt alle quaden leyt.
Die ons gaet kroonen met voorspoet,
En die ons geeft het Hemels goet,
Die ons laet in vrede woonen,
En de jaren ook doet kroonen
Met u goetheyt en genade:
So dat wy wel vroeg en spade
Mogen uwe goetheyt prijsen,
En so na het Hemels rijsen.
| |
[pagina 43]
| |
Om u te singen lof en dank
Al ons gantsche leven lank.
Voorts bidden u dat gy voortaen wilt
Ons geven uwe gaven milt,
Na ziel ende aen lichaem mee,
In plaets van oorelog de vree;
En ons herten so bereyden,
Datwe, als wy sullen scheyden,
Uyt dit aerdsche tranen-dal,
Gy ons ook daer ontmoeten sal,
En ons geven goede krachten
Tegen al die helsche machten,
Die ons mochten tegen staen,
En den oorlog nemen aen:
Mede dat gy met verlangen
In den Hemel ons ontfangen,
| |
[pagina 44]
| |
By u Eng'len Hemels Geesten,
En dan t'saem u houden Feesten,
En singen uwe goedigheyd
Van nu tot in der eeuwigheyd.
Hier na een beter. |
|