Het nieuwe groote harpje
(ca. 1690)–Anoniem Nieuwe groote harpje, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 67]
| |
Stemme: Indien de Rijckdom maekt gerust.Lustgierige Mensch die altijdt tracht,
Na groote Rijckdom en veel Schatten,
En nimmer op u leven acht,
Als gy die maer by een kont vatten,
Met recht of onrecht, hoe 't toe gaet,
Gy maer na 's Werelds Rijckdom staet.
Gy denckt niet eens op 't Oordeels-straf,
Als gy voor God dan sult verschijnen,
En als de Boose dan als Kaf,
Voor sijn aenschijn sullen verdwijnen;
En roepen met een groote stem,
Bedeckt u Bergen doch voor hem.
| |
[pagina 68]
| |
Gy lieght, bedrieght met herten stout,
Verongelijckt Weduwen en Weesen,
En noch meer sonden menighfout,
Die gy bedrijft, en acht niet desen,
Het sal u rouwen noch hier naer,
Als gy voor God verschijnt seer klaer.
Wat kan u 's Werelds rijckdom groot,
Meer dan wellust op aerden geven;
Die gy door quade lusten snoot,
Misbruyckt gestadig in dit leven,
Laet varen 's werelds ydelheyd,
Nu gy doch van dees wereld scheyd.
Al 't geene dat gy hier vergaert,
Met groote sorgh en moeyelijckheden.
't Moet al hier blijven op der aerd,
Want gy en draeght doch gantsch niet mede:
| |
[pagina 69]
| |
Als gy uyt deese Wereld scheyd,
Men u dan in de aerde leydt.
Oorlof hier mee tot een besluyt,
Wilt altijd op u sterven dencken,
Uyt gierigheyd veel boosheyd spruyt,
Het welck de Menschen seer kan krencken:
Doet altijdt als gy gaerne woud,
Dat men u wederom doen soud.
|
|