De nieuwe vermaakelyke gaare-keuken
(1746-1747)–Anoniem Nieuwe vermaakelyk gaare-keuken– AuteursrechtvrijZingende en kwelende verscheyde aardige en boertige liederen en ernstige gezangen. Alle op bekende voyzen. Noyt in deze order zo Gedrukt. IIIde stuk
Voys: Ik voer lest uyt Holland.
Joris.
ACh zoete lieve Meyd,
Doe mijn eens regt bescheyd,
Of gy genegen zijt
Te werden eens mijn Wijf,
'k Zoek uw tot tijd-verdrijf,
Ach alderliefste propre Mond,
Gy hebt mijn Hert gewond.
Tryn.
Wel Ioris werdje mal,
Die praat lijkt niet met al,
Want ik noyt Trouwe zal,
Ik Min de Vrye-staat,
En win mijn Kosje Maat,
| |
[pagina 53]
| |
Met Oly-koeken groot en kleyn,
Die wel gebakken zijn.
Joris.
Mijn Ambagt Liefste zoet,
Dat is ook wonder goed,
Wijl ik gestadig vroet,
En veeg Schoorsteen' schoon,
Voor Geld en goede loon,
Daar ik de Kost mee winnen kan,
Gelijk de braafste Man.
Tryn.
Neen Schoorsteen-veger, Neen,
Ik zeg ik blijf alleen,
Dus waag geen blaauwe Scheen,
Dat Volkje meestendeel,
Spoeld wonder graag haar Keel,
En 't Geld dat zy daar mee verdiend,
Kunn' zy wel op mijn Vriend.
Joris.
Ach alderwaardste Trijn,
Die 't pronkje wis zal zijn,
Van 't Franze-pad zo 'k meyn,
Ik win meer op een Dag,
Wanneer ik Werken mag,
Als gy ô alderwaardste Zon,
In een Week winnen kon.
Ook ben ik wonder wijs,
's Winters zit ik op 't Ys,
Met onze Buurman Gijs,
Die een Baanveger is,
Terwijl ik mee niet mis
Verkoop, Genever, Brandewijn,
Voor die genegen zijn.
Ik werk ook wonder snel,
Aan 't Hey-blok daar ik wel,
De Kost mee winnen zel,
Voor uw mijn waarde Lief,
| |
[pagina 54]
| |
Ik ben tot u gerief,
Wy worde Rijk dat zweer ik jouw,
Als gy eens bent mijn Vrouw.
Tryn.
Hou waar daar is mijn Hand,
Blus vry uw Minne-brand,
Eer dat gy raakt van kand,
Joris.
Bloed hier diend niet gedraald,
Mijn Lief daar is een Naald,
Mijn twee Pedante na de zwier,
Op Trouw, maakt goede zier.
|
|