De nieuwe vermaakelyke gaare-keuken
(1746-1747)–Anoniem Nieuwe vermaakelyk gaare-keuken– AuteursrechtvrijZingende en kwelende verscheyde aardige en boertige liederen en ernstige gezangen. Alle op bekende voyzen. Noyt in deze order zo Gedrukt. IIIde stuk
Stem: Ook liep de Zee tot aan Parys.
ALs ik mijn Philis kussen mag,
Lag ik met goede lekkernyen,
De Zon op 't schoonste van den Dag,
Kan mijn nu als haar Oog verblyen.
Laat Phebus nu het Morgen-rood,
Zig met Aurora vry vermaaken,
'k Leg liever in mijn Philis schoot,
En pluk de Roosjes van haar Kaaken.
'k Misgun Iupijn zijn spijtig Wijf,
Nog Mars zijn Boeltje Uyt-gelezen,
Dat Bacchus by zijn Cerus blijf,
'k Wil liever by mijn Philis wezen.
Haar aanschijn mijn ten Hemel strekt,
Haar Oogjes zijn met Zonne-stralen,
Ach alsse mijn dat ligt ontrekt,
Verdwijn ik in een Nagt van Kwalen.
Het Rood-koraal is zonder glans,
By 't geurig bloos van haare Wangen,
Mijn Ziel blijft by de Goude Krans,
Van haar gekrulde Lokjes hangen.
| |
[pagina 21]
| |
Zy is altijd tot Min bereid,
Noyt heeft haar de Min verdrooten,
Wat heb ik vaak al zoetigheyd,
Uyt haar omhelzinge genooten.
Die vreugd gaat noyt uyt mijn gemoed,
Nog nimmermeer uyt mijn gedagten,
Mijn Philis ach! hoe zoet, hoe zoet,
Is 't in u Armen te vernagten.
|
|