De nieuwe Amsteldamsche buyten-zingel
(na 1770)–Anoniem Nieuwe Amsteldamsche buyten-zingel, De– AuteursrechtvrijOp een Aangename Wys.1.
Vrinde Luisterd met plaizier,
Het Werk van een Granadier,
Hoe hy in zyn jonge jaaren.
Hoe hy in zyn jonge staat;
Zyne liefde kwam openbaaren,
Aan een Juffrouw delikaat.
2.
Deeze Juffrouw met ‘er spoet,
Die verkogt schier al haar Goet
Om met de Granadier te Zwieren,
En te gaan nemen haar plaizier,
| |
[pagina 92]
| |
Gelyk als andere Venusdieren,
Maar het bragt haar in ‘t verdriet.
3.
Hy sprak tot haar zoo meenig maal,
Met een minnelyken taal,
Schoonste die daar leeft op aarde
Mogt ik uw ook zyn getrouw;
Mogt ik uw schoonste bloem vol waarden
Uw genieten tot myn Vrouw.
4.
Deeze Juffrouw heel plaizant,
Sprak ik ben daar mee kontant,
Kom laaten wy het eens probeeren,
Komt ‘er van avond niet te laat,
Het zal aan my ook niet mankeeren
Maakt dat u geweer wel staat.
5.
Deeze Juffrouw proper en net,
Ging met de Granadier na bet,
Zy begon daar frai te zingen,
Van hy za vivela krakeling
Als ik uw zie dan moet ik uw pakke,
Als ik uw zie dan staat myn zin.
6.
‘s Morgens als den dag kwam an,
Was hy van het werk half Lam,
Juffrouw ging een vuurtje Stooken,
Om heet te maaken een fles Roo wyn,
En wat Zokkelaat te kooken,
Want daar moest gevoogelt zyn.
7.
Smorgens als den dag kwam aan,
Benne zy beide vroeg opgestaan,
De Juffrouw gaf hem een goederyder,
| |
[pagina 93]
| |
En zy zey blyft nog wat hier,
Wy zullen zaame met ons beyde,
Nog een rys gaan aan de zwier.
8.
Dat gezwier duurde zoo lang,
Tot de pot was aangebrand,
Granadier liet Juffrouw zitten,
En zy maakte een groot getier
Maar haar buykje wierd al dikker,
En haar Geltje was verzwiert.
9.
Oorlof Juffers van plaizier,
Hout het met geen Granadier,
Want gy moetze ookwel betaalen:
Het werk al van haar hant-Granaat,
Waa rover dat gy nu kan klagen.
Want zy zyn daar voor in staat.
|
|