De nieuwe Amsteldamsche buyten-zingel
(na 1770)–Anoniem Nieuwe Amsteldamsche buyten-zingel, De– AuteursrechtvrijOp een aangenaame Vois.1.
Het Houwelyk is als een Miloen,
Seer zoet en aangenaam,
Men moetze proeven in ‘t zaisoen,
Of dat zy is bequaam,
Niet te groen niet te nat,
| |
[pagina 73]
| |
Niet te ryp, niet te plat,
‘t Moet zyn de Middelmaat
En dan heeft d’vreugd haren vollen wens
Soo gaat het ook met den mensch.
2.
Als meloen verzoomert is,
Dan is haaren smaak vergaan,
Als het Houwelyk boven de Jaren is,
Dan is de vreugd gedaan,
Niet te jonk niet te oud;
Moet nen zyn getrouwt,
Of het pleisier verflouwt,
En dan vind men in deesen staat,
Geen vreugd, geen deugd, geen baat.
3.
De ronde schil van de Meloen,
Bedied de Eeuwigheid,
Het Houwelyk kan men niet ontdoen?
Voor dat de dood ons scheid,
Of gy zugt of gy schryt
Of gy lagt of bent bleid,
Gy blyft getrouwt voor altyt.
Daar valt geen ontbinden aan,
Voor dat de dood komt aan.
4.
Gelyk het nat besloten leid,
In ‘t hart van de Meloen:
Aldus ook de getrouwigheid,
In het Houwelyk is van doen,
Niet voor een tyd,
Maar voor altyd,
Bevryd van Jalouzy en nyd,
En zoo leven zy beide in eensaamheid.
Tot dat de dood hun scheid.
| |
[pagina 74]
| |
5.
Den zoeten smaak die men bevind,
In ‘t proeven van deze vrugt,
Is de liefde die hun t zaamen bind,
Voor altyd in eer en deugt,
Niet te groot niet te klein,
Moet de Liefde zyn,
Anders is ‘t maar Venyn,
En zo maken ze beide te zaam.
Twee Sielen in een Lichaam.
6.
Hier hebt gy den Houwelyken staat;
Wel geleken by dezen vrugt,
Siet dat gy dit niet te buiten gaat,
Gy zult leven in genugt,
Sonder druk, sonder pyn,
Sal het Houwelyk zyn,
Tot den tyd komt aan,
Dat de dood die het einde is van al?
U zal rukken uit dit dal.
7.
Gy Jongheid die nog liber zyt;
Versint eer gy begint:
Overweegt wel ‘t geen hier is geseid,
Mits het al in ‘t Houwelyk dient,
Want als gy dezen staat!
Hebt aanvaard is ‘t te laat;
Daarom overpeinst u wel;
En als gy trouwt, voegt u naar deze vreugt,
Gy zult leven in geneugt.
|
|