Een nieuw lied tot antwoort aan de beul of schryver van het schimp en kwispel vers onlangs uitgekomen onder den tytel van Haec libertatis ergo
(1704)–Anoniem Nieuw lied tot antwoort aan de beul of schryver van het schimp en kwispel vers onlangs uitgekomen onder den tytel van Haec libertatis ergo, Een– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
Een nieuw Lied tot antwoort aan de Beul of Schryver van het Schimp en Kwispel vers onlangs uitgekomen, onder den tytel van
| |
[pagina 2]
| |
Die 't Landt met meuren heeft gestigt,
En vryheit voor den staat verkregen,
Die spoegt men nu in 't aangezicht.
Zoo laakt men t'hans des Hemels zegen.
Wanneer heeft Nassouws-huys getoont,
Door d'wingelandey ons te regeeren,
Wie doch heeft hunnen naam gekroont,
Zyn 't niet 's Lants vrye-staats-begeeren?
Men lochent alles wat men ziet,
Men zecht 't geen men niet kan bewyzen;
Die 't Spaans gewelt om verre stiet
Zal hem die tans een BeulGa naar voetnoot§ verwyzen?
Hebben zy oit den Battavier,
Voor Helvetiken doen verkassen,
Zyn vreemde volkeren dan hier,
Om op Staats veiligheit te passen?
Men haalt veel strubbel tyden aan,
Om Nassouws groote roem te krenken,
Maar t'hans word alles wel gedaan,
Want goet doen mach men niet gedenken.
| |
[pagina 3]
| |
Men geeft aan 's Lants bestant en peys,
Den oorspronk van hoogmoedig woelen,
's Lants opkomst is thans myn bewys,
Bewyst nu t'egendeel gevoelen.
Gy zecht 't was zus en het gong zoo
Ik zeg, gy hebt het straf geloogen;
Gy bouwt op stoppelen en stroo,
Al 't geen gy ziet niet wil geloven.
Het Landt is vrey, en vrey gemaakt,
Door Nassouws en Oranje Vorsten,
Die t'anders zegt moet zyn gelaakt,
Hy moet van spyt, of leugens borsten.
|
|