Nieuwe komische alphabetische volkszangen van A tot Z(1837)–Anoniem Nieuwe komische alphabetische volkszangen van A tot Z– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] L. Liedjes zangster. Wijs: Lieve Saartje. Kom vrienden hoord die klugt eens aan, Die ik uw zal verhalen, De man die was reeds zwaar belaan, Door dronkenschap, aan 't dwalen. Zie hier een schoone klugt, De vrouw is op de vlugt, Het huis was digt gesloten, Hij moest dan met geweld er in, De deur nu opgestoten, Zoo had hij 't naar zijn zin. Maar toen hij binnen trad in huis, Was alles weg gevlogen, Geen rok, geen jas, geen broek, geen buis, Geen vest, zag meer zijn oogen. En toen hij verder zogt, Het bed was uitgebrogt, Met heel zijn toe behooren; Geen stoel waar hij op rusten kan. Geen bankje als te voren, 't Was alles weg, voor Jan! [pagina 17] [p. 17] De grond moest zijne tafel zijn, De grond zijn legersteede, Liep dan omhoog volangst en pijn, En dan weer naar beneden, Maar wat hij zogt of keek, Niets was er dat hem leek; Hij moest het dan opgeven. 't Is alles van mij weg zij hij; Hij stond er van te beven: Want Jan zat in de lij! Maar als hij zich ter ruste lag, Zoo op de planken neder, Wat was het dat zijn oog nu zag? Zijn lieve Lijsje weder. Legt gij daar dronken zot, Op planken als een spot, Wat zal men nu beginnen? 't Is alles uit den huis gehaald. Den huisheer trad hier binnen; Wijl gij niet had betaald. Ik moest, gij ook de deur nu uit; Woud gij nog langer ronken? Gij hebt het door den drank verbruid, Wat zijn wij toch gezonken! Mijn lijsje wees bedaard, Laat ons te zaam gepaard, [pagina 18] [p. 18] De handen weer uit steken, Dat doe ik nimmer of te nooit. Gij hebt al zoo veel weken, Uw geld zoo weg gegooid! Neen Lijsje 'k zal dan nu voortaan, Het drinken laten varen, Kom laten wij van nu af aan, Ons geldje trouw bewaren. Neen guit ik doe het niet, Gij baard mij maar verdriet. Ik wil niet langer leven, Met een zoo'n dronken sop als gij, Gij moet uw maar begeven, Heel verre weg van mij! Vorige Volgende