Nieuw luilekkerland

[p. 1]

[Nieuw Luilekkerland.]

'k Heb van Luilekkerland wel eens gelezen, jongens daar moet het wel wonderlijk wezen; daar heb je grachten van melk en van wijn; daar heb je straten die theerandjes zijn. Hoezee! wie gaat mee, naar dat heerlijke land? Ik weet er nog een heel deel meer van te vertellen. Luister maar eens, en zie maar eens hoe het op dit plaatje is afgeteekend. Daar heb je me warrempel huizen, wezenlijke, groote huizen van suiker en chocolaad.

[p. 3]

En heb je van die chocolaad palen genoeg afgeknabbeld en van de muren genoeg afgelikt of brokjes kandij afgebroken kom dan maar mee naar de fontein. Kijk eens, wat een troep jongens en meisjes staan daar te smullen. Zie eens, door dien leeuwenbek stroomt uit de fontein enkel honig en kandijstroop. En de kinderen hebben hunne schoteltjes er maar onder te houden. Die eene jongen is al verzadigd.

[p. 5]

Kom, nu voor de frischheid of om de zoetigheid wat te verdrijven, een paar stappen verder gewandeld. Daar heb je een boom met heel keurige vruchten: gekookt, gestoofd, gebraden, geroosterd, net zoo als ge verkiest. Ge hebt er maar naar te wijzen, en dan vallen ze van zelf u in de handen. Gaap maar, en ze rollen, zoo, zonder uw tanden zeer te doen, in den mond. Zoo van de boom geplukt hebben die vruchten veel van sapperde groentjes en vijgeperen.

[p. 6]

En als je nu genoeg fruit gegeten hebt en ge nog al niet tevreden bent, och hé, dan maar links omgekeerd en rrrrrrrt, daar staat me een huis en voor dat huis een bank en op die bank heb je maar te klimmen en je handen maar uit te steken... in iedere hand rolt dan een taartje, die in allerlei vormen en van allerlei smaak van zelf aan dien boom groeien, daar vlak tegen dat huis aan.

Roomtaartjes, Haarlemmer halletjes, Utrechtsche theerandjes, Goudsche sprits, enz.

[p. 8]

Houdt ge van ijs? Geen nood; aan uw wensch zal worden voldaan. Pas verlangen te kennen gegeven, of zie, een, twee, drie! daar komen ze al aan, allerlei schoteltjes met ijs, met vanilje ook al. Neem maar, zie maar dat ge tevreden wordt, vriendjes en vriendinnetjes, geniet maar, nu 't u wordt aangeboden, strakjes is het weg, chocolade en banket, suikergoed en banket, suikergoed en marsepijn, kostlijk drinken, dollepret, alles zal verdwenen zijn.

[p. 10]

Eer we verder gaan moet ik u zeggen dat ik vergeten heb te vertellen dat ik dat alles maar gedroomd heb. Ik heb gisteren avond op een kinderpartij wat al te veel gesnoept en daardoor mijn maag wat overladen. Op 't einde van die benauwdheid hagelde het allerhande lekkernijen. We werden er letterlijk onder begraven en op den grond lag het zoo vol en die liep zoo onder van zoete wijn honig en stroop dat we begonnen te verdrinken. Hé, nu ben ik weer wakker!