De nieuwe kijkkast
(ca. 1870-1880)–Anoniem Nieuwe kijkkast. Nova Zembla, De– AuteursrechtvrijNova Zembla
[pagina 1]
| |
[pagina 3]
| |
Er is een plan beraamd, een vaartuig steekt in zee
En voert van Heemskerk zelfs, en zijne manschap meê
Maar ach! men mist het doel der reis,
En schip en anker raakt in 't ijs.
| |
[pagina 5]
| |
Men is teleur gesteld, de moed die hen bezielt
Ontzinkt hen nu geheel daar alles is vernield
Maar neen! op nieuw weêr moed gevat,
Zij banen zich door 't ijs een pad.
| |
[pagina 7]
| |
Hier zijn zij aan het werk al is het bitter koud,
Van mast en roer en plank wordt thans een hut gebouwd
En wat in 't schip nog lag bewaard
Wordt stuk voor stuk bij-een-vergaârd.
| |
[pagina 8]
| |
Een woeste beerenhoop van roofzucht nooit voldaan
Komt uit hun schuilplaats voort, valt grimmend op hen aan
Doch Barends roept: laadt uw geweêr.
En schiet er daad'lijk een ter neêr.
| |
[pagina 10]
| |
Hier zitten zij te zaâm, de maaltijd wordt gekookt,
Maar ach zij blijven koud al wordt er hard gestookt
't Is Zondag, maar in 't droevig lof
Gedenken zij toch aan hun God.
| |
[pagina 12]
| |
Nog hooger stijgt de nood, nog dieper treft de smart,
De wakk're Barends sterft, wordt hen gescheurd van 't hart
Hun hoop verdwijnt; het blijft steeds nacht
En weten niet wat hen nog wacht.
| |
[pagina 14]
| |
God zorgt als 't leed genaakt; er breekt een lichtstraal door:
Men trekt de sloep in zee; men vindt het rechte spoor:
En weldra staan zij op het strand
Van 't lang gewenschte Vaderland.
|
|