Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus
(1740)–Anoniem Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus– Auteursrechtvrij
[pagina 93]
| |
Sy waerachtigh u Godt-Mensch hier kent.
Gy, mynen Heer, myn Goedt,
My hier voedt,
My in uw' liefde gansch ontsteken doet.
2.[regelnummer]
Gy ons gesicht hier, en den smaek doet faelen,
t'Gehoor alleen ons geloof versterckt:
Hier is uw' macht als tusschen haere Paelen,
Siet, wat wonderheydt uw' liefd' uytwerckt.
Geen waerheydt oyt van al
Wesen sal
Soo vast, als gy hier schuylt, ô Godt van al.
3.[regelnummer]
Als gy voor ons waert aen het Kruys gehangen,
Sachmen daer alleen uw' Godtheyt niet;
Gy, door de liefde hier noch meer bevangen,
Wilt, dat d'oogh' hier oock geen menscheydt siet:
Maer alle bey ick belyd'
Sonder strydt,
Dat gy hier Godt, en Mensch verborgen syt.
|
|