Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus(1740)–Anoniem Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] 39. Liedeken. Den kus van Judas. Stemme: Echo hoort myn droeve klachten. 1.[regelnummer] KEnt gy, Heer, die u komt kussen Aen uw' Goddelycken mondt? Om syn gierigheydt te blussen, Jesu, kent gy synen grondt? Weet gy, wie u komt ontmoeten Met verraderlyck' begeert', En als vriendt syn Meester groeten? Hy steekt in uw hert een sweert. 2.[regelnummer] Gy nochtans met mede-doogen, Siet-hem-aen, en noemt hem vriendt: k'Sien de traenen in uw oogen: Waer heeft Judas dit verdient? Vriendt waer toe syt gy gekomen, Dat gy my, uw' besten pandt, Voor Apostel aengenomen, Overgeeft in vyandts handt? 3.[regelnummer] Sondaer, t'is om u te leeren, Hoe dat Godt ons herten treckt; Hoe de goetheydt van den Heere Tot bekeering' ons verweckt. Soo wilt hy syn liefde thoonen, Op dat hy tot lief'd u praemt; t'Quaet komt hy met goedt u loonen: Siet-gy-aen dit sonder schaemt? Vorige Volgende