Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus(1740)–Anoniem Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 32. Liedeken. Vreught des herten in de liefde Godts. Stemme: Komt Jonckheydt, komt tot t'Goddelyck Banket. 1.[regelnummer] O Goeden Godt, uw' liefde, die soo blaekt, Heeft u voor my op d'aerde mensch gemaeckt: Gy maekt my saeligh door een liefde-bandt: Ah! myn Ziel smilt in desen soeten brandt. 2.[regelnummer] Ah! wat geluck, ah! wat vermaek gy geeft Aen die geheel alleen voor u hier leeft: Hy voelt syn hert, en Ziel van smerte vry: Ah! wie en geeft niet liefd' aen u met my! 3.[regelnummer] Van uwe liefde geeft gy een gebodt; [pagina 52] [p. 52] Kan iemandt wenschen naer een beter lot? Kan een gebodt aen iemant soeter syn, Als van uw liefde, d'Hemelsch' medecyn. 4.[regelnummer] In heel den Hemel vindt men niet soo soet, Als uwe liefde, t'alderschoonste goet. Dit wenschen wy in dit droef traenendal, Die dit goedt heeft in sich, besit het al. 5.[regelnummer] Van al myn wenschen ick u offer doen, En kies voor my uw' liefde tot versoen: Uw' wet van liefde print ick in myn sin; Myn naesten ick om u als my bemin. Vorige Volgende