Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus(1740)–Anoniem Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 29. Liedeken. De Herderinnen offeren hunne giften aen den Nieuw-geboren Saelighmaeker. Stemme: Van den Waegen van Ronse. 1.[regelnummer] O Kindt, soo soet, Gy syt gegroet Van al dees Herderinnen: Wy komen al Naer desen stal, Om u, Godt, te beminnen. Ontfanght dit Nieuwe-jaer, Ontfanght dees kleyn geschencken; Wilt op ons te gaer, Om uw liefde, dencken: Siet ons tot u gedreven Om't leven, Dat gy ons weer-komt-geven. Wy wenschten, Heer, Dat voor u meer Ons over was gebleven, [pagina 48] [p. 48] 2.[regelnummer] Het geen' gy vraeght, En meest behaeght, Wy by ons giften voegen: Ons herte sy Gestelt daer by, Waer in gy neemt genoegen. Siet-aen dees offerhand', Soo lanck wy sullen leven, t'Is den besten pandt, Die wy konnen geven. De sonden wy uyt-roeyen, Verfoeyen, Doet uwe grati' groeyen: O hooghste goedt, Doet ons gemoedt In uwe liefde gloeyen. Vorige Volgende