Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus(1740)–Anoniem Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] 9. Liedeken. Liefde tot de H. Maghet. Stemme: Petits Oiseaux rassurez vous. 1.[regelnummer] O Suyver Maeght, vreught van myn sin, Maria die syt uyt-verkoren; Veel liever waer ick noyt geboren, Als niet te hebben uwe min: Had ick den mondt van alle menschen, Soud' ick uw' Lof verheffen boven al: Uwen naem soud' ick draegen door t'heel aerdtsche dal. O Maeght! ick sou daer by noch voegen duysent wenschen. 2.[regelnummer] Het geen ick kan, geeft myn gemoet, Soo menigh Lof, als boomen groeyen, En in de Bosschen blaeders bloeyen: Soo menighmael syt gy gegroet, Als sandekens syn op de Heyden: Soo dickwils als de Zee haer baeren geeft, Soo veel Lof, als den vloedt oyt druppels waeter heeft; Soo veel, als iemandt oyt vindt bloemen op de weyden. [pagina 16] [p. 16] 3.[regelnummer] O soeten troost, ô liefsten pandt, Die Moeder syt van al die leven! Al syt gy nu soo hoogh verheven, Reyckt tot uw kinders uyt uw' handt, Die bidden u met vol betrouwen: Thoont ons uw hulp, wanneer de vreede doodt Onse Ziel eens sal brengen in benouwden noodt, Op dat door uw genaed' wy uwen Soon aenschouwen. Vorige Volgende