De nieuwen Haagze Parnassus Maagden-Berg
(na 1711)–Anoniem De nieuwen Haagze Parnassus Maagden-Berg– Auteursrechtvrij
[pagina 3]
| |
De Nieuwen Haagze ParnassusMaagden-Berg,
Vercierd met Alderhande schoone Nieuwe Liedjes, Oorlogs, Herders en Herderins Gezangen, Matrose en Bruylofts Liederen. Alle op de Nieuwste Voysen.
| |
[pagina 4]
| |
Harderinne.
Zou ik met u treden,
Wel Harder gy werd kwaad;
Dit zijn geen reden van de Min,
Voor een Jonge Harderin,
Zou ik met u gekken, Ey Philander u niet stoord,
Ik zal my aentrekken, Eu gaen zoetjes met u voort.
Harder.
Nu ik hoor dese woorden,
Uyt uwe lieve Mond,
Myn alderliefste Silvia,
Nu is myn Jonk Hart gezond,
Ik sal u vorblijden, Mijnen Engel kleed u ras,
Om ons Vee te Weyden, Samen op het groene Gras.
Harderinne.
Harder, Harder, Harder,
Zie daar so kom ik an
Met opent Silvia haer Deur,
Daar zag sy Philander staan,
Die haer so vriendelyk Kuste,
Voor haar lieve Lipjes root,
So veel als hem luste, En haer goeden morgen bood.
Sus sus sus Philander, Gy maekt het al te bont,
Ey lieve spaert u kusjes, Want al te veel is ongesont,
't Is uyt vriendschap Liefje En om onse Min te voen,
Kom myn Honingdiefje,
Met Philander in het Groen.
Daer op gingen sy dryven, Haar zagt gewolde Vee,
Langs Berg en Dal in 't Groene Woud,
Veel zoetjes met haer twee,
De Nagtegael met lusten, Song boven op eenen Boom
Dat deed haar beide rusten,
Aan een Kristaleyne Stroom.
Daar praten sy te zamen, Heel soetjens van de Min,
Tot dat de Son haast onderging,
Trokken Harder en Harderin
Zamen uyt de Weyden: En van een gescheyden,
Dreeven een ieder na haar Stal,
Het was haar Schaapjens al.
|
|