Een nieuw lied, op de aanspraak van onze koning(ca. 1830-1840)–Anoniem Nieuw lied, op de aanspraak van onze koning, Een– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 1] [p. 1] Een nieuw lied, op de aanspraak van onze koning. Zoo wel aan zyne Zonen, als aan zyne dappere Generaals en alle Militaire. 1. Ach hoe dierbaar en teeder, Was ons Konings woord, Myn kinder ik zien haast weder, Trek met myn schaapjes voort; Ik zal bidden aan God den Heer, Ik omhels u spoedig in myn armen weer; De tranen rolden hem uit de oogen, Het leger was daar door bewogen. 2. Komt Willem en Frederik myn zoonen, Stryd met vollen moed, Den hemel zal u daar voor beloonen, Maakt dat gy myn kinder hoedt; Trek vooruit met u leger schar, Dan God is met u, dat zien ik klaar, En wreek 't voor u oude Vader, Aan Daine die is zyn Verrader. 3. Toen ging hy met zyn Generalen, En sprak tot ieder man, Myn kinderen wilt toch niet dralen, Grypt nu den vyand aan; Gy weet gy strydt voor my niet alleen, Maar ook voor u eigen daar met een, En denk gy zyt de oude Batavieren, Die eeuwig de Oranje Vaandel vieren. 4. Toen sprak hy wilt voorwaards marcheren, Myne zonen zyn gereed, Myn oudste zal u kommandeeren, Myn Frederik ken zyn eed, [pagina 2] [p. 2] Denk aan Mozes in de woestynen, Dat God deed altyd by hem zyn, Dat hy hoede trouw zyn schapen, Myne zonen zullen ook niet slapen. 5. Wy spraken Vorst wilt niet schromen, Gaat in Godes naam. Wy hebben van u zonen al vernomen, Zy zyn voor hun pligt bekwaam; En wy zullen stryden alle met een, Gaat met God en weest te vreen, Wy zullen ons dapperheid niet sparen, En het Oranje huis bewaren. 6. Kort binnen weinig stonden, Was ons leger klaar, Wy kwamen op de Brabandsche gronden, En wierden den vyand gewaar; Ons aanval was op Turnhout Daar zy ons zagen en wierden benaauwd, Ons kommando was te tiralieuren, Ons kanon deden hun huizen elimineeren. 7. Ons Prins was woest en deed niet schromen Zoodra hy daarna zag, Wagt verraders ik heb u al vernomen, Kom met groote magt, Toen zag men dat God zyn tiern, Bystand bood aan ons Nederland; Waar twee van ons stryde tegen hun tien, En de Oranje-stam deed de roem versieren. 8. Welaan dan broeders toont u daden, Stryd met volle moed, Dan zullen zy ons nooit weer versmaden, Grypt aan de wapens dan gaat het goed; En komen wy terug met alle roem en eer, Dan floreerd ons Nederland weer; Dan zullen wy alle triomferen, En eeuwig zal de Oranje-stam versieren. Vorige