4[regelnummer]
Maar ach helaas wat moest ik ondervinden?
Als Deserteur werd ik toen aangerand,
'K had geen dacht meer op myn welbeminden,
Doordien ik was in d' allergrootste schand,
Als Prisonnier moest ik myn leven,
In strenge Tuchthuisstraf begeven,
Daar zat ik nu voor deez' myn eveldaad,
Afgezonderd van elk braaf Soldaat. (bis.
5[regelnummer]
Wat voor een straf dat ik zal moeten dragen?
Dat weet ik niet, ik zit in groote prang,
Ik kan geen vriend, die 'k voortyds had, meer klagen
Helaas dit leven duurt my veel te lang,
Ik moet tusschen vier muren,
Wat zal myn wel worden disperaat,
Als zy zal hooren mynen droevigen staat.
6[regelnummer]
Daarom jongheid wanneer gy moet marcheeren
Blyft altyd toch aan uwen Vorst getrouw,
Zonder te denken om te deserteeren,
Dan zult gy vast niet komen in berouw;
Wilt daar vooral aan wennen,
Dan wordt gy van geen superieur gehaat,
Eu wisse'lyk leeft gy dan braaf soldaat. bis
Te Amsterdam, by J. Wendel en Zoon, Boekdrukkery, Anjeliersgragt.