De nieuwe hofsche Rommelzoo(1655)–Anoniem Nieuwe hofsche Rommelzoo, De– AuteursrechtvrijGedischt voor de laatdunkende knip-rymers en rymerzen Vorige Volgende [pagina 260] [p. 260] Graf-Schrift van Isaak Vos, kluchtige Tonneel-Speelder. ISaak Vos leidt hier in d'aarde, Niet ten vollen na zijn waarde, Want hy op ons Duits Tonneel, Met een Lier, of met een Veel, Wist de Jonker zo te speelen, En natuurlijk uit te beelen, Dat op elke greep en streek, Zelf de gauste Mof besweek, Doch geen wonder, want door 't drinken, Scheen hy altijdt neêr te zinken: [pagina 261] [p. 261] Traag en deftig was zijn treê, Anders lagh, was hem een wee! Tot dat eind'lijk zijn gebeente, 't Onlust van de goê Gemeente, In het Gasthuis nam haar keer, Daar op nieuws zoo speelt hy weêr, Kreupels, Lammen, ende Blinden, Quamen dagelijks hem vinden, 't Scheen het Gasthuis in Parnas, t' Eenemaal verandert was: Want die yetwes voort kon hinken, Wou uit d'hengste Bron meê drinken; Dan den grooten Esculaap, Die de rampen van dien Aap Kenden door zijn ouden Euvel, Schopten hem van Puidus heuvel, [pagina 262] [p. 262] Uit zijn Meesterlijken stoel, Al zijn Klerken doot 't gewoel, Tegen al haar best aan 't rekken, Om de beste van de gekken, Voor zijn School-loon, en zijn leer, Te verzellen naar het Veer, Daar hem Charon reets in wachte, 't Veer gelt eischte, en hy lachte, d'Ander zy schier niet een zucht, Lieve Charon, daarz' een klucht, Die 'k ter eeren van de Moffen, En haar snorkken en haar stoffen, Heb gemaakt en zelfs gerijmt, Yder dieze ziet beswijmt, Met geraakten hy aan 't ende, By de Rederijkers bende, [pagina 263] [p. 263] Daar hem Pluto nu ter tijdt, Voor hem speelen laat om strijdt. Men hield zijn uitvaart in den Schouburg 't preuts gebouw; Zijn Naders en zijn Broers die volgden hem in rouw. Uit Parnas. Vorige Volgende