landen wil die kan terecht in Inleiding tot de studie van de pornografie, waarvan het verhaal hierboven een zeer korte, zeer vrije bewerking is.
Wiens nieuwsgierigheid zodanig is gewekt dat hij meer wil, kan meteen naar deeltje twee van de aspecten-reeks, Obsceniteit en pornografie anno 1966 (met illustraties), overstappen. De omlijning van het begrip obsceen loopt tenslotte uit in de zeker niet handzame definitie: ‘het in letterlijke, figuurlijke of enkel maar symbolische zin opzettelijk onthullen of ontbloten van lichaamsdelen of lichamelijke functies, die volgens de historisch, ethnologisch-cultureel en sociaal bepaalde eigentijdse normen van een omschreven mensengroep, behoren tot de “intieme sfeer van de persoonlijkheid”, waarbij deze “exhibitie” op zodanige wijze plaatsvindt, dat geestelijk rijpe en emotioneel evenwichtige volwassenen uit deze groep, die er onvrijwillig mee geconfronteerd worden, hier aanstoot aan kunnen nemen’. Obsceen lijkt mij dus - wat korter uitgedrukt - het zodanig optreden van fysicalia dat gewone volwassenen dit tegen de borst stuit. De auteur heeft het element ‘zinneprikkelend’ er bewust buiten gehouden en bewaart dat voor de pornografie, die dan gedefinieerd wordt als ‘het beschrijven van ontucht met de uitdrukkelijke bedoeling daarmede seksuele prikkeling op te wekken’. Waarom (pagina 23) de zogenaamde pornografische trias producent-pornografische materie-consument, waarbij subjectieve factoren zoals de opzet, de intentie van de producent (de pornograaf) en de psychische instelling van de afnemer een rol gaan spelen, af zou wijken van n' importe welke producent- produkt-consument trias, is mij niet duidelijk.
Waarom zijn sommige beschrijvingen of afbeeldingen met obscene elementen nu alleen maar schuin (pornisch, zegt van Emde Boas) en waarom zijn anderen schunnig (pornografisch)? Humor en satiriek of het opwekken van medelijden en verontwaardiging ondermijnen de pornografische situatie op het moment dat hij gecreëerd wordt. Hetzelfde gebeurt indien de obscene elementen zodanig worden gehanteerd dat ze afstotend werken. Als positieve kenmerken waaraan een situatie moet voldoen wil hij pornografisch zijn, noemt de auteur: te weinig personen doen in een tè kort tijdsbestek te veel met elkaar. Onwaarschijnlijk teveel en teveel onwaarschijnlijks. Lesbische activiteiten (de seksuele opwinding van de vrouw als het ware in het kwadraat of tot de n-de macht