De Nieuwe Stem. Jaargang 18(1963)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 339] [p. 339] J.C. van Schagen Reflexen Dierentuintje het is nog heel vroeg maar vogelprentjes staan al in het natte zand * als ik ze nader gaan de meeuwen op de wiek één blijft - mijn broeder * de kleine bladluis heeft de ruimtevaart gestart hij waait van eik tot eik * groot is de kosmos zei de bacil - toen ze ging van Jan naar Jaantje * de vissen zijn stom zegt het geleerde aapje want hij hoort ze niet * [pagina 340] [p. 340] een slang die jammert om zijn afgestroopte huid het lijkt wel een mens * geen détailkennis zei een bejaarde boekmijt van den bibliothecaris * de mier bekwispelt profijtelijk zijn bladluis wie bekwispelt ons? * de zeug vond iets groots: onder andere stenen zitten óók zeugen * mijn vriend de oorwurm woont onder een natte krant hij is cultureel * de vlo van den dichter stierf van honger R.I.P. wat moest hij daar ook * historisch keerpunt! de duizendpoot ontdekte een nieuwe vloerspleet * [pagina 341] [p. 341] de spreeuwen dineren op het voedertafeltje de merel durft niet de mussen feesten op den grond de merel wacht in den boom * de goede merel is doodgevroren vannacht goddank zei de wurm in zijn grasstengel klimt het lieveheersbeestje consciëntieus ten top de kenner - dan zeilt hij weg misschien wel ten hemel * ik heb chance vandaag hij klimt in mijn vinger op die trots ten hemel wijst juist wil ik triomferen dan keert hij om - het rotbeest [pagina 342] [p. 342] Mensentuintje Weet jij wie we zijn? stoeten van vizioenen en één lang falen * mijn geest - mijn corpus een ketel aan een hondestaart maar wie is nu wat? * ik ben zeer vermoeid kom me niet met geheimen ik ken ze alle * als ik zwart teken ben ik nacht - teken ik wit dan ben ik sneeuw zelf * wie zou ik wezen wien, Vrouwe, zien Uw ogen en wie ziet mij aan? * wat zijn haar ogen zonder heupen - wat haar heupen zonder ogen? * [pagina 343] [p. 343] muziek wervelt langs figuren zwermen voorbij geen die ik niet ben * Janus schreef het af Sint Antonius ligt op straat Jaantje heeft hem zat * het is uit liefde zei God tegen de Joden zes millioen Joden * jubilaris zijn in een zaal vol meerderheid ik wil naar buiten * vlaggetjes zwaaien schreeuwen en billendraaien is dit nu vrijheid? * twintig onder nul we groeten elkaar warmer dan we gewoon zijn * kinderen zingen mensen krimpen van verdriet heilige kerstnacht * [pagina 344] [p. 344] vóór alle tijden lang voor hemel en aarde was reeds de kerstnacht * als de atoombom valt zal ze Mozart voor me spelen want we doen niet mee * pausje in draagstoel onder een korst van verguld wie heeft geen deernis? * niets uit den weg gaan hoe wil ooit onkwetsbaar zijn wie niet durft naakt te staan? * maken is het niet ga liever wat wandelen tot het komen komt * het komt in golven één eindeloos groot komen golf na golf na golf Vorige Volgende