Elisabeth Augustin
Met woorden alleen...
Ik zeg ja. Mijn lippen zeggen ja. Maar heb ik daarbij nagedacht? Heb ik vooraf iets gedacht? Wilde ik ja zeggen? Of hebben alleen mijn lippen ja gezegd, automatisch gehoorzamend aan de een of andere vluchtige impuls? Aan welke impuls? Herinnerden zij zich soms de vele malen dat ik, dat zij ja hebben gezegd? Maar ik, zij, wij hebben ook vele malen nee gezegd? Waarom herinnerden zij zich, herinnerden wij ons het ja en niet het nee? Waarom gehoorzaamden mijn lippen de ene impuls wel en de andere niet? Kunnen lippen zich trouwens iets herinneren? Kunnen zij aan een impuls gehoorzamen? Behoort bij het gehoorzamen niet een wil, een zenuwcentrum, een centrale die bevelen geeft? Het is wel waar, lippen kunnen zich openen en sluiten. Ja, nu komen we de zaak op het spoor! Ik kom erachter, het zijn immers niet de lippen die ja of nee zeggen. Zij openen of sluiten zich alleen maar als de hele mond, de stemlippen, de stemspleet, het strottenhoofd, de stembanden bewegen. Zij worden gewoonweg meegesleurd. Zij gehoorzamen niet aan een impuls, zij klappen alleen maar open of dicht, hun spieren openen of sluiten zich, soms wijd soms nauw, soms breed soms hoog, door een druk die wangen, kin en tong op hen uitoefenen. Het ja komt uit het keelgat omhoog en zet alle spieren in de mond mee in beweging, tot aan de opperhuid van de lippen toe. En de keel, de huig, de stembanden, de adem, worden natuurlijk in beweging gebracht door een wil, door een zenuwstelsel. Zij vormen woorden. Hoorbare woorden. Dat noemt men dus spreken. Spreken is nog geen meedelen. Meedelen is het pas als er iemand is die luistert. Maar wacht even, kan men niet ook aan God iets meedelen of aan de lucht of... aan zich zelf? Jawel, dat kan men. Dus is een mededeling een voor iemand of