De Nieuwe Stem. Jaargang 17(1962)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 100] [p. 100] Leo Ross [Gedichten] Zonnebloem De zonnebloem, athleet onder de bloemen, haar oog zet alles in een vrolijk licht, zij is zichtbaar gemaakt om te denken zonder verheven stem, passief beheerst zij de taal die haar aanwaait van bijen van vlinders, haar waardigheid verdraagt zich beter dan de mijne de menselijke met het plezier van een wespentaille, haar apodiktische stam gecompliceerd door ironische bladeren staat zinrijk te soezen, haar hoofd stijfhoofdig houdt de zon in het oog of tuurt in het wolkendik zonder bijbedoeling ik, ontworteld, verplaatsbaar, een knik in de rug, ontstekingen tussen de tanden, mijn oren opgegeten door de gewone perkara's van vliegen, vegeteer ik zonder hoop iemand ooit tot iets meer te bewegen dan mijn nekroloog tot een droeviger zinsbouw o zonnebloem honnête homme onder de bloemen waar ben je als we je nodig hebben waar blijf je in de winter. [pagina 101] [p. 101] Holland Laag land de grazige wei roept om een rood dak; een zwaan nat van zon zwijgend plompt door het kroos, parkeert bij de wilgen die hun leven lang in de rij staan; de boerin in het heldere binnenhuisje leest; in de keuken is de pap in aanbouw dit is het waterland waar Flora boterbloemen plukt de waarheid wordt er als een koe uit de sloot gehaald; het dichterlijk dolend paard dat een ommetje maakt door het rietland heeft de laatste gedachte aan een afgrond laten varen een schilderachtig nauwelijks vulkanisch wolkenspel waait over o dierbaar drinkbaar landschap van Holland mijn ogen verzadigen zich aan u zonder dronkenschap. Vorige Volgende