Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 15
(1997)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
Camera Obscura annotata VIGa naar eind*‘Gisteren avond met de laatste schuit hier aangekomen, verzelschapt door Bram, op wiens kamers ik voorloopig logeer’, tekende Nicolaas Beets op donderdag 12 september 1833 aan in zijn dagboek.Ga naar eind1 De Bram bij wie de nog net negentien jaar jonge dagboekschrijver een nachtje overblijft, heet voluit Abraham Scholl van Egmond en is een volle neef: hij werd op 4 oktober 1810 te Gouda geboren als zoon van Johanna Dorothea de Waal Malefijt, een vijf jaar oudere zuster van Maria Elisabeth de Waal Malefijt, Beets' moeder, en Cornelis Scholl van Egmond.Ga naar eind2 Het huwelijk tussen laatstgenoemde, conrector van de Latijnse school te Haarlem, en Johanna Dorothea werd op 31 oktober 1802 gesloten in de Spaarnestad.Ga naar eind3 Abraham Scholl van Egmond werd op 15 juli 1828 aan de Leidse universiteit ingeschreven als student medicijnen;Ga naar eind4 hij promoveerde op 12 juni 1835 op een Specimen anatomico pathologicum, de natura membranarum serosarum in genere, et de anatomia-pathologica pleurae inflammatae, een proefschrift dat werd uitgegeven door Loosjes in Haarlem. Vijf weken na de voltooiing van zijn studie vestigde hij zich als arts in Nijmegen. Op 26 oktober 1840 trouwde hij te Elst met Jeanne Louise Cornelie Heereman.Ga naar eind5 Dit huwelijk werd gezegend met de geboorte van een tweeling (twee meisjes) op 11 januari 1842;Ga naar eind6 in hetzelfde jaar, op 28 december, werd een zoontje geboren, Abraham. Hij overleed, ruim vijf jaar oud, op 2 maart 1848. In het ‘Laatste bijvoegsel. (Zevende uitgave.)’ van de Camera Obscura (Een-en-Twintigste, met zorg herziene druk, 1901, blz. 395-397) zinspeelt Hildebrand op de begrafenis van dit jongetje: ‘Hoe heugde het mij, dat ik het met u bezocht had, voor achtentwintig jaar, toen dat graf voor't eerst was opengegaan [hier vergist de auteur zich: het ‘Laatste bijvoegsel’ is gedateerd 1 Juni 1871, dus op dat moment was het 23 jaar geleden dat de beschreven gebeurtenis plaatsvond], om dat dierbaar kind, dien lieven jongen, te ontvangen, over wiens verlies uw hart nooit geheel heeft opgehouden te bloeden!’ 1848 was trouwens een rampjaar voor Abraham Scholl van Egmond: drie maanden na zijn zoontje overleed op 4 juni zijn vrouw. Zij was 37 jaar oud. Scholl van Egmond bleef vijf jaar weduwnaar alvorens opnieuw in het huwelijk te treden. Zijn nieuwe echtgenote was Maria Elizabeth Beets, een jongere zuster van Nicolaas. Het huwelijk werd op 1 september 1853 gesloten te Haarlem. Getuigen waren onder meer Pieter François Bohn, haar zwager en de uitgever van de Camera Obscura, en haar vader Martinus Nicolaas Beets.Ga naar eind7 Vanaf dat tijdstip was Scholl van Egmond dus ook de zwager van Beets. Deze tweede echtverbintenis bleef niet onvruchtbaar: op 7 oktober 1854 werd een zoon geboren, Cornelis geheten, waarschijnlijk zowel vernoemd naar de grootvader van vaderszijde als naar de vader van zijn eerste vrouw. Meer kinderen volgden. Eind maart 1871 werd Abraham Scholl van Egmond ziek en reeds op de 31ste blies hij zijn laatste adem uit. Hij werd op de vroege morgen van zondag 2 april ter aarde besteld: ‘Wij brachten u buiten de stad op het kerkhof van het bekoorlijke Ubbergen. [...] Nu was het nog zoo stil op straat, de meeste menschen nog in de rust. [...] Toen ik, vier weken later, dat plekje nog eens bezocht, was het Mei geworden en alles groen. Men had mij gezegd dat langs den weg naar Ubbergen de nachtegaal reeds overvloedig te hooren was; maar ik *** Voor alle blijken van deelneming, mij onlangs bij het overlijden van mijn geliefden zwager Dr A. Scholl van Egmond, en dezer dagen bij de voorspoedige bevalling mijner echtgenoote te beurt gevallen, betuig ik bij deze mijnen oprechten dank.bevond het op dien morgen niet alzoo. Basterdnachtegalen, Bram! waar wij het mee deden en zoo gaarne de echten in hooren wilden, als er geen echte waren; basterdnachtegalen, anders niet! Maar als ik bij uw graf stond en mijn eenzaam hart vol werd - daar hoorde ik op eenmaal den echten!’ Anno 1997 ligt het kerkhofje bij het witte, niet meer voor de eredienst in gebruik zijnde Nederlands Hervormde kerkje aan de straatweg in Ubbergen er tamelijk verwaarloosd bij. Het toegangshek gaat slechts moeizaam open. Vele graven zijn geheel overwoekerd, sommige scheefgezakt, enkele ingestort. Omdat het herfst is zijn bovendien nogal wat grafstenen bedolven onder | |
[pagina 61]
| |
een dikke laag bladeren. Maar de laatste rustplaats van Abraham Scholl van Egmond is er nog, onder de bomen, niet ver van de lager gelegen weg. No. 28 van Egmond. is de simpele inscriptie op de gebarsten steen die de grafkelder dekt. Dick Welsink |
|