Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 8
(1990)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
Uit de Zuidelijke AfdelingIn het nu bijna afgesloten kalenderjaar, het tweede jaar in het bestaan van de te Maastricht gevestigde Zuidelijke Afdeling, heeft deze jonge loot aan de oude stam der Maatschappij haar activiteiten gestaag voortgezet. Zij belegde, zoals zij zich bij de oprichting in januari 1989 had voorgenomen, een jaarvergadering en vier werkvergaderingen. Voor die bijeenkomsten genoot zij steeds de gastvrijheid van de Spiegelzaal in het Kanunnikenhuis te Maastricht, alwaar de Rijkshogeschool Opleiding Tolk-Vertaler domicilie houdt. Op 27 januari 1990 hield de Zuidelijke Afdeling haar tweede jaarvergadering. Deze werd geopend met een korte voordracht van de secretaris, waarin deze aan de hand van enkele brieven stilstond bij de figuur van Jacob Hiegentlich, de in Roermond geboren en opgegroeide joodse literator die zichzelf in mei 1940 van het leven beroofde. De tekst van deze voordracht vindt u, in licht bewerkte vorm, hierachter geplaatst. Tijdens het huishoudelijk gedeelte van de jaarvergadering werden de verslagen van secretaris en penningmeester goedgekeurd alsmede de begroting voor 1990. Ook werden de data voor de werkvergaderingen in 1990 vastgesteld. Tijdens het openbare gedeelte sprak dr. E.H. Kossmann, enkele weken daarvoor door de Maatschappij onderscheiden met de Prijs voor Meesterschap voor zijn gehele wetenschappelijke oeuvre, over de vraag: ‘Wat doen wij eigenlijk met onze Gouden Eeuw?’ Zijn boeiende voordracht werd - en dat zal men te Leiden niet snel meemaken - onderbroken door de muzikale klanken van voorbijtrekkende carnavalsgezelschappen. In de stad bleef het nog lang onrustig. In de vier werkvergaderingen werden verschillende literaire en historische onderwerpen aangeboord. Op 24 maart sprak Diederik C. Grit, later dit jaar benoemd tot lid van de Maatschappij, over ‘Vlaams Scandinavisme en Stijn Streuvels’. De tekst van zijn erudiete voordracht zal volgend jaar verschijnen in het tijdschrift Spiegel der Letteren. Voorts verzorgde mr. dr. L. de Gou tijdens die werkvergadering een korte mededeling over een cahier met jeugdherinneringen van Christiaan van Lennep, kleinzoon en zoon van de letterkundigen David Jacob en Jacob van Lennep. Tijdens de werkvergadering op 19 mei gingen de leden, voorafgegaan door voorzitter dr. Wiel Kusters, in gesprek met de literator Geert van Beek, die op 13 maart zjn zeventigste verjaardag had gevierd. Bij die gelegenheid liet het Noordbrabants Genootschap een boekje over Geert van Beek verschijnen. De auteur las voor uit recent en ouder werk en Wiel Kusters besprak enkele thema's uit dat oeuvre. Verder sprak H. Combecher over Vondels gedicht ‘Klachte op den ondergang der Rijksstede Aken’. Op 22 September sprak de literator Huub Beurskens uit Amsterdam de werkvergadering toe over het thema ‘Verstrooidheid’. Hij toonde aan waarom verstrooidheid, naast concentratie, een belangrijk aspect is van het artistieke scheppingsproces. De tekst van zijn voordracht verscheen in druk in het tijdschrift Raster. Tijdens de werkvergadering van 24 november ten slotte liet dr. Ria Jansen-Sieben uit Brussel de Zuidelijke Afdeling kennismaken met een aantal culturele en taalkundige aspecten van haar specifieke onderzoeksterrein, de Middelnederlandse artesliteratuur. Op donderdag 17 mei, de vooravond van de vijftigste gedenkdag van het overlijden van de eerder genoemde literator Jacob Hiegentlich, verleende de Zuidelijke Afdeling haar medewerking aan een aan Hiegentlich gewijde herdenkingsavond in het Cultureel Centrum de Oranjerie in Hiegentlichs geboortestad Roermond. De druk bezochte avond was georganiseerd door de Stichting Rura. Dr. Peter Nissen opende de avond met een korte presentatie van leven en werk van Hiegentlich en bracht later diens brieven nog eens ter sprake. Dr. Wiel Kusters sprak over ‘Jacob Hiegentlich: tegen de stroom in’. Huub Graus las fragmenten voor uit Hiegentlichs romans Met de stroom mee en Schipbreuk te Luik. Naud Reijners, Leo Hajenius en Christine Peters zorgden voor de muzikale omlijsting. Tijdens de avond was een kleine expositie over leven en werk van Hiegentlich ingericht. In de loop van 1990 verhuisde de secretaris van de Zuidelijke Afdeling naar Noord-Brabant. Daarmee heeft het bestuur van de Zuidelijke Afdeling niet langer een uitsluitend Limburgse samenstelling. Het nieuwe adres van de secretaris luidt: Zevende Buitenpepers 5, 5231 GA 's-Hertogenbosch, telefoon 073-430124.
Peter J.A. Nissen, secretaris |
|