Na het concrete idee gaat Theun de Vries informatie verzamelen over het onderwerp, een raamwerk maken en bladzijden volschrijven met ideeën en invallen. Hij laat nooit een voorgenomen project enige tijd - uiterlijk niets doende - in zich doorsudderen, maar gaat zo concreet mogelijk aan de slag. In dit stadium is het echter nog lang niet zeker of de roman er ooit komt. Theun de Vries werkt altijd aan meerdere projecten tegelijkertijd en heeft er een aantal laten vallen. Hij heeft de neiging van alles en nog wat aan te pakken, de rusteloze ideeënrijkdom van de creatieve auteur.
Dan volgt de fase van het harde ploeteren. Theun de Vries verricht een ontzaglijke hoeveelheid documentatie-arbeid. Deze betreffen de historische context en maatschappijstructuur; de geografische omgeving waarin het verhaal speelt; zeden, gewoonten, geloof en tradities; de levensuitingen van het volk tot in het kleinste detail en biografische gegevens over de in de roman optredende personen voorzover de schrijver deze niet zelf heeft gecreëerd. Over de hoofdpersonen in de hier besproken romans is historisch bijna niets bekend. Hun denken, handelen en voelen ontspruiten aan de verbeelding van de auteur. Maar van beide romans is historische nauwkeurigheid de basis. De auteur plaatst de hoofdpersonen in een reële en geloofwaardige historische context. Typerend is de in de aantekeningen voor Het motet voor de kardinaal te vinden notitie: ‘Wat kan Wolf gezien, gehoord en meegemaakt hebben.’
Tijdens het harde ploeteren maakt de auteur karakterschetsen van zijn hoofdpersonen, die ik - behalve als het resultaat van de verbeelding - opvat als zijn persoonlijke identificatie met hen. Theun de Vries geeft van de hervormingsgezinde ‘politicus’ Urukagina een maatschappijgerichte karakterschets. Uit de aantekeningen voor Sla de wolven herder heb ik de volgende parafrase gemaakt. Urukagina klaagt de politiek van zijn voorgangers aan, die was gericht op de uitbuiting en onderdrukking van het volk. Hij schaft de offergaven en cijnzen af; vermindert het aantal ambtenaren, de graan-, scheeps- en vee-inspecteurs verdwijnen zelfs. De honoraria van de priesters worden verlaagd. Urukagina voert de boete op diefstal in en beschermt de lagere klasse tegen de hogere. Hij ondersteunt weduwen en wezen en stelt strengere vonnissen in tegen omkoping en afperserij.
De karakterschets van de kunstenaar Wolf is meer op de binnenwereld gericht. Zijn carrière, dit tussen aanhalingstekens, verloopt als volgt: van lijfeigene via huursoldaat tot musicus. Hij is teleurgesteld, innerlijk onrustig en koestert zijn leven lang gevoelens van wrok en wantrouwen jegens ‘adel, rijken en regeerders’. Wolf vindt de individuele genoegdoening, zijn zelfverwerkelijking, in de muziek. Als alternatief voor het corrupte, in die tijd baanbrekende kapitalisme wil hij met volle overgave in de sociaal-puriteinse republiek van Fra Savonarola geloven. Wanneer hem blijkt dat in deze republiek met het winnen van de sociale rechtvaardigheid aan het volk zijn vreugdevolle levensuitingen worden ontnomen, wendt hij zich van de wereld af en wil nog slechts de muziek als troost voor de mensen verbreiden.
Naast de historische informatie en karakterschetsen maakt Theun de Vries in zijn voorbereidende aantekeningen enige verspreide opmerkingen over de compositie en het verloop van het verhaal. Deze monden wat Het motet voor de kardinaal betreft uit in een chronologisch overzicht van de gebeurtenissen, waarin historie en verbeelding tot een synthese zijn samengevoegd.
Het schrijven van een roman is voor Theun de Vries een proces dat in afzondering en met zelfdiscipline geschiedt. Hij gooit, zoals hij zelf eens heeft gezegd, de tekst voor de eerste keer barok-achtig op papier. Maar dan komt de zelfkritiek om de hoek kijken en er wordt geschaafd en bijgeslepen, want de lezer mag van hem de last van de auteur niet met zich mee torsen. De kracht van de zelfkritiek wisselt bij Theun de Vries per roman, want hij schrijft nogal eens onder tijdsdruk. Niet alleen vanwege afspraken met de uitgever - na verloop van tijd wil hij weer iets nieuws aanvatten. Hij heeft een enorme produktiedwang, die er mede uit voortkomt dat hij veel thema's en literaire vormen beheerst en daaraan ook gestalte wil geven.
Wat het uiteindelijke resultaat betreft, wordt Theun de Vries in de kritieken bijna unaniem geroemd om zijn ‘epische evocatie’. Op dit punt heeft hij een bijzondere eigenschap: zijn schildersogen. Hij ziet wat hij gaat schrijven. De criticus Cees Kelk heeft deze eigenschap het best omschreven: ‘Het visioen staat (Theun de Vries) zo helder voor ogen, dat hij (de lezers) heel dicht bij de dingen brengen kan.’ Ik heb zelf een aantal jaren terug tijdens het lezen van Sla de wolven herder de volgende leeservaring genoteerd: ‘De lezer loopt gelijkvloers met de tonelen van handeling mee. Hij hoort en ziet alles en krijgt onontkoombaar de keuze opgedrongen volledig in de wereld van de roman op te gaan of er radicaal uit te stappen - en daarnaast ja of nee te zeggen tegen de door de auteur aangeboden boodschap.’
Uit de romans spreekt de gevoelsmens Theun de Vries. Naast het zien en het weten, de zintuigen en het inzicht, gaat de stof door het hart van de auteur. Wat hij de ‘primitieve humaniteit’ van Wolf noemt, beleeft de lezer mee: de twijfels, frustraties, het wanhopig zoeken naar waarheid en een eigen lotsbestemming, zonder dat de hoofdpersoon een hoger inzicht heeft in ‘de orde der dingen’. Urukagina is niet de onbewogen modelrevolutionair. Hij worstelt met een verloren jeugdliefde en zijn oudergemis, die de verhouding tot zijn vrouw Shaksagh en zijn pleegvader Papsukal bepalen. De warme gevoelens die Urukagina voor Papsukal koestert, gaan het politieke inzicht te boven, want objectief bezien behoort Papsukal tot de heersende klasse. Urukagina is gedoemd revolutionair te zijn. Hij is er eigenlijk te zachtmoedig voor. En in deze eigenschap staat hij niet los van de auteur die hem heeft geschapen.
Tot nu heb ik Het motet voor de kardinaal en Sla de wolven herder in één adem behandeld. Ik wil in deze lezing twee verschillen tussen beide romans kort aanstippen.