Stichting Dr Hendrik Muller's Vaderlandsch Fonds
De Regentes-secretaresse van deze Stichting, mw. A. van der Does-Rissik, deed het verzoek de leden van de Maatschappij bekend te maken met het bestaan van de Stichting. Daartoe schreef zij de navolgende brief:
‘Namens de Regenten van de Stichting Dr Hendrik Muller's Vaderlandsch Fonds zou ik gaarne het volgene onder Uw aandacht willen brengen.
De Stichting heeft als hoofdtaak het verlenen van hulp bij academische studie doch steunt ook bij de publikatie van wetenschappelijk werk en bij allerlei facetten van cultuurconservering.
Nu hebben Regenten het voornemen om enige stimulering te geven aan de publikatie van historische biografieën, aangezien het daarbij om een in Nederland wellicht wat ondergewaardeerde tak van geschiedenisbestudering gaat.
Zij denken daarbij aan een historische biografie van Nederlanders of buitenlanders, die in Nederland een duidelijke rol hebben gespeeld en aan Nederlanders die zulks hebben gedaan in het builenland of de overzeese gebiedsdelen; kortom personen, die voor onze vaderlandse geschiedenis van belang zijn geweest.
Het dient een wetenschappelijk verantwoorde biografie te zijn van een Nederlandse auteur, die niet alleen voor vakgenoten is bestemd; historische romans worden uitgesloten.
Voorts dient het een op zichzelf staande biografie te zijn, die als zelfstandig boek kan worden uitgegeven (dus geen schets of artikel in een tijdschrift).
Daar de bedoelde stimulering in de vorm van een uit te loven prijs door fiscale heffing veel aan waarde inboet, gaan de gedachten in de richting van subsidie bij de publikatiekosten.
De Regenten zouden het zeer op prijs stellen indien Uw bestuur in daartoe geschikte gevallen onze aandacht zou willen vestigen op voornemens tot vervaardiging of publikatie van een aan bovenstaande criteria beantwoordende historische biografie.’