- Ik heb boeken geschreven om de tijd door te brengen. Want ik heb nooit een ander vak uitgeoefend.
Mijn eerste boek verscheen in 1952 in een oplage van 2.000 exemplaren. Het heeft twintig jaar geduurd voor die verkocht raakten. Toen Gallimard er enkele maanden geleden een pocket-uitgave van liet verschijnen, bleek dit het boek te zijn dat het meest aanslaat van al mijn werken. Men vroeg mij zelfs om nog eens een gelijkaardig boek te schrijven, maar dat kan ik natuurlijk niet. Men kan dan ook alles voorzien, behalve het lot dat een boek zal kennen. Het is dan ook zinloos zich illusies te maken over een boek. Daarentegen kan een boek, dat geen succes kent, later altijd plotseling weer opduiken.
- Van meet af hebt u zich tegen de idee gekeerd.
- Voor iedereen is een idee geanimeerd. Alles wat affectief is, is reëel. Iedere idee kan een passie worden. Dat is een fataal proces. Alle filosofen, die ik persoonlijk gekend heb, waren niet neutraal, zoals men van hen had kunnen verwachten. Zij waren niet objectief, maar integendeel gepassioneerd.
De idee is op zichzelf niet gevaarlijk, maar zodra men er zich aan hecht, is men verloren.
Kijk, alle mensen in Oost-Europa zijn tegen de geschiedenis. Waarom? Omdat ze er het slachtoffer van zijn. Deze landen werden allemaal herhaaldelijk veroverd. De geschiedenis is de ontkenning van de moraal. Geschiedenis is de grootste les in cynisme, die mogelijk is. Geschiedenis is dan ook teneerdrukkend. Ik heb altijd een onaangename indruk van alle dingen. Maar de geschiedenis is het werk van de duivel. Alle waarden vallen weg. Het verloopt fataal. Ik ben een fatalist, zoals trouwens alle mensen in Oost-Europa.
Wij hebben de illusie van vrijheid in onze kleine gebaren, maar eigenlijk zijn wij niet vrij. Het Duitse woord ‘Verheimniss’ heeft mij dan ook altijd geboeid.
- Men spreekt vaak over de zin van de geschiedenis. Waar komt die drang bij de mens vandaan om aan alles een zin te willen geven?
- Ieder mens die handelt, heeft een zin voor die handelingen nodig. Ik heb nooit gehandeld omdat ik niet geloof in de zin van iets. Door na te denken en door innerlijke reflexie ben ik tot het besef gekomen dat niets zin heeft.
Mijn bestaan als levend wezen is dus in tegenstrijd met mijn opvattingen. Want ik leef, net zo goed als de anderen. Eigenlijk zou ik hier moeten blijven zitten tot de dood erop volgt.
De geschiedenis heeft een tijdsverloop, maar geen zin. De grote wereldrijken, die werden opgebouwd, hebben geen enkele zin gehad. En waarom werden er kathedralen gebouwd? Men verricht iets in het leven en daarna verdwijnt men. De mensen hebben steeds een zin gezocht voor hun daden. Ook de Indische filosofie zegt dat niets zin heeft. De tijd wordt opgeheven. Men geeft om niets meer.
- U hebt veel over de verveling geschreven. Die heeft een grote rol gespeeld in uw jeugd.
- Saint-Simon heeft mooi over de verveling geschreven. Maar de mooiste beschrijving ervan komt van Madame Defand. Ook Heidegger beschreef de angst en de verveling. De verveling is de waarneming van het bestaande, zegt hij, terwijl de angst de waarneming van de leegte is.
Als men zich verveelt, dan verloopt de