der-Naam-slogan samengevat wordt die tegenstelling: Hart tegen hard.
De tegenstellingen worden ten top gedreven door overdrijvingen. Sommige stukjes bestaan bijna uitsluitend uit exclamaties; geen wonder dat zelfs de titel van dit boek een uitroepingsteken bevat. De man die erover klaagt dat er zoveel geschreeuwd wordt in onze tijd, smijt zelf de superlatieven in het rond: verschrikkelijke ernst, ongelooflijk wonder, mateloos verblijden, eindeloze besprekingen, de meest dierlijke instincten, onnoemlijk heimwee, de meest eenvoudige menselijke goedheid, een onmetelijk gevoel van diepe dankbaarheid, een verschrikkelijke nood, inderdaad, u zegt het: een lawine van lege, holle en zinloze woorden (p. 43).
In de tegenstellingen waaruit de teksten bestaan wordt telkens één term radicaal verworpen. Zo bijvoorbeeld in de volgende zin: ‘Bij het zoeken naar de diepste reden van menselijk geluk heb ik nooit het geld gevonden, het bezit, de luxe, het nietsdoen, het profiteren, het feesten, het genieten (p. 15). Net zoals in de mythe is het boze zonder meer slecht, een monster dat gedood moet worden. Voor een tussenpositie, voor nuance, voor dialectiek is er geen plaats. Zulk simplisme spreekt velen aan. En een Blijde Boodschap die zegt: ‘Geef je blindelings over aan de leiding van een ander’ (p. 87), ‘niet zagen en klagen’ (p. 63), geen ‘geleuter over maatschappijvernieuwing en struktuurhervorming’ (p. 93) zal bepaalde machthebbers niet onwelgevallig zijn.
Het zou gemakkelijk zijn af te geven op de domheid van de massa's die zich zulke leuzen laten aanpraten. Het is eenvoudig de boodschap van Bosmans onder politieke en sociale argumenten te bedelven. Wat dan niet erkend wordt, is dat dit boek blijkbaar voldoet aan een reële behoefte aan gevoel, aan warmte, aan hart. Het is waar dat deze maatschappij ‘onnoemlijk’ hard is, het is waar dat wij elkaar vertrappen. Wie hierdoor niet bewogen is, heeft niets van het socialisme begrepen. Linksen die deze nood niet erkennen, drijven met hun theorieën mensen in de armen van wazige filantropen als Phil Bosmans. ‘Godsdienst is het hart van een harteloze wereld’, zo schreef Karl Marx. Dat zal zo blijven tot het socialisme én een menselijk gelaat én een hart laat zien.