Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 35(1982)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 92] [p. 92] Willem M. Roggeman Twee gedichten Uiteindelijke uitgang Haar lip trilt als het licht uit een andere hoek valt en weer opstaat, komt en gaat, telkens weer heen en weer wordt getrokken als slib van de tijd dat zich samentrekt als een onweer boven een landschap van woorden die met een groot geruis een bovenmenselijke boodschap naar de menselijke einder stuwen. Hier eindigt tederheid in de maag en van een ik is er geen sprake want de stilte gaat volmaakt anders, dus geruisloos te werk en daar trekt zich een muur vol raderen voor het oog ratelend op. Ik maak een deur aarzelend open stap er voorzichtig doorheen en sta weer midden in het niets. [pagina 93] [p. 93] Waar het op aan komt Waar het op aan komt is datgene wat je verzwijgt als alles al gezegd is, is dat wat van je overblijft als je er nog altijd bent. Zoals ook ik er niet meer ben wanneer je niets meer tot me zegt, of wanneer je mijn naam niet meer noemt. Zoals ik zwijg in wat ik herken, zo is het. De stilte van je woorden. De klanken van je zwijgen. Daar gaat het om. Om niets anders. Geloof mij. Op mijn woord. Vorige Volgende