Erotische poëzie van Bertus Aafjes
De dichter Bertus Aafjes dankt zijn vermaardheid vooral aan de publicatie van zijn gedichtenbundel ‘Een voetreis naar Rome’, in 1946. Bertus Aafjes schreef deze bundel in het Friese dorpje. Terband, waar hij tijdens de Tweede Wereldoorlog was ondergedoken. Door toedoen van de toenmalige hoofdredacteur van het Nederlandse weekblad ‘De Linie’, prof. dr. J.H.C. Creyghton S.J., die in augustus 1946 een fel hoofdartikel tegen dit lange gedicht publiceerde, ontstond er in Nederland een nationale rel van ongekende omvang. Enkele dagen na deze publicatie was Bertus Aafjes - ‘deze propagandist van zonde en heidendom’ - een landelijk bekend dichter.
Binnen een jaar werden er 30.000 exemplaren van ‘Een voetreis naar Rome’ verkocht. En het rumoer rond deze lyrische ‘Werdegang’ van een jongeman, zou de eerste jaren niet verstommen. ‘Een voetreis naar Rome’ werd door generaties geïnteresseerden gelezen en is klassiek geworden binnen de Nederlandstalige literatuur. Ontwapenend in deze bundel blijft de prille erotiek, de lyrische beschrijving van ‘een gekooide jongeling’ die, bevrijd van zijn priesteropleiding, zichzelf èn de wereld ontdekt. Dit ging gepaard met een doorbreking van de officiële Rooms-Katholieke morele code inzake de erotiek, waar Aafjes - zeker voor die tijd - persoonlijk en openhartig over schreef. En het waren waarschijnlijk vooral de twee laatste elementen die pater Creyghton het zwart in de ogen deden blikkeren.
Na de euforie van dit succes schreef Bertus Aafjes in 1951 - onder nog niet opgehelderde omstandigheden - een drietal felle artikelen tegen de jongste dichters-generatie, de Vijftigers. Opnieuw werd hij middelpunt van een groot oproer rondom zijn persoon. Deze rel had voor de dichter Bertus Aafjes tragische gevolgen. Zijn bundel ‘De Karavaan’ uit 1953 werd zijn laatste.
In diverse interviews hield Bertus Aafjes vol, dat hij nooit meer een gedichtenbundel zou publiceren. In dezelfde interviews bleek echter ook, dat hij het schrijven van gedichten niet kon laten. Hij schreef ze, verscheurde of bewaarde ze, zo heette het. Het dichterschap van Aafjes kreeg een nimbus van wel - of nietbestaan.
Na 27 jaar echter is aan dit stilzwijgen een einde gekomen. Op enigszins geheimzinnige wijze - er verscheen geen vooraankondiging en op de najaarsaanbieding 1980 van uitgeverij Meulenhoff was er geen plaats voor ingeruimd - verscheen dan onlangs een nieuwe gedichtenbundel van Bertus Aafjes in een eerste bibliofiele (?) oplage van 500 exemplaren.
Onder de titel ‘Deus sive natura’ bundelde Aafjes een aantal erotische gedichten, die hij voorjaar 1979 schreef. Een bundel die ongetwijfeld vriend en vijand moet verrassen. Niet alleen omdat er eindelijk een nieuwe gedichtenbundel is verschenen, maar vooral omdat Bertus Aafjes in deze bundel het pure genot van het lichamelijk liefhebben in al zijn facetten beschrijft.
Wat sterk ingehouden in ‘Een voetreis naar Rome’ al sluimerde en zowel ero-