| |
| |
| |
Politiek
Falend socialisme
1. Korea...
Toevallig bracht De Standaard een reeks van een viertal artikels over Zuid-Korea. Je kunt er niet omheen, president Park Chung Hee mag dan al een gewetenloze schavuit zijn, maar sinds 1961 is zijn land in een onstuitbare economische groei terecht gekomen. Er wordt tegenwoordig in Zuid-Korea 1500 $ per hoofd verdiend. Hiermee komt dit voormalige ontwikkelingsland qua levensstandaard in de buurt van landen zoals Portugal of Griekenland en is het aspirant-lid van het OESO-clubje dat een twintigtal rijke industrielanden verzamelt. Zuid-Korea bouwt schepen die gereputeerde schepenbouwende landen de schrik om het hart doet slaan en sinds een goed jaar is hier op de automobielmarkt een Zuidkoreaanse auto verschenen in afwachting dat onze kamera's en transistorradio's ook van Koreaanse makelij zullen zijn. Het kapitalisme met zijn vrije markteconomie heeft Zuid-Korea blijkbaar geen windeieren gelegd.
| |
2. De D.D.R...
Het toeval wilde ook dat de Duitse Democratische Republiek zijn 30-jarig bestaan viert. Wie dus de laatste weken wat kritisch de pers heeft gelezen werd behoorlijk objectief geïnformeerd over de stand van zaken in dat land. Zo te zien zijn die 30 jaren DDR eerder vruchtbaar geweest. Na eerst door de geallieerden te zijn platgebombardeerd en vervolgens door de Sovjetunie grondig te zijn geplunderd, heeft het land zich op de 10e plaats van de geïndustrialiseerde mogendheden gehesen. Een mooi resultaat voor een middelgroot land van slechts 18 miljoen inwoners. Naar het gemiddeld inkomen gemeten moet het land zowat op de 15e plaats komen, na de voornaamste Westerse landen en juist vóór Groot-Brittannië en Japan. De DDR is dan ook het uitstalraam van wat men ginds en ook wel hier Socialisme pleegt te noemen. Je hoort weliswaar geregeld verbijsterende verhalen over het eerder stroeve distributiestelsel waardoor ingezetenen van socialistische landen weken geen vlees vinden, uren voor een kilootje sinaasappelen in de rij staan, dagen aan een stuk tomaten als enige groenten te eten krijgen of kilometers moeten rijden om hun benzinetank te laten vullen. Maar wetende dat in het eigen land volgens zeer voorzichtige berekeningen 10 % medeburgers onder de armoedegrens moeten leven, kan ik me voorstellen dat het kapitalisme op het Koreaanse platteland en in de sloppen van Seoel of Poesan ook wel geen paradijslijke omstandigheden zal hebben geschapen: Heel wat Koreanen zouden ongetwijfeld met plezier meerdere dagreizen te voet afleggen als hun dat een stukje vlees op tafel zou bezorgen. Ik wil maar zeggen, of je nu een kapitalistisch ontwikkelingsmodel neemt of een socialistisch, ze zijn beide op hun manier in staat om een samenleving op een aanvaardbaar niveau van materiële welstand te brengen.
| |
3. ... Een kwestie van waarden
Het probleem kapitalisme versus socialisme kan dus beter niet op dat terrein worden uitgepraat. Essentieel is immers niet wat en in welke hoeveelheden beide systemen produceren. Hoofdzaak is eer- | |
| |
der welke waarden ze nastreven en realiseren. Meer een ethisch en politiek probleem dus. Maar ook als men de zaken zo bekijkt wordt de diskussie vertroebeld.
Het Socialisme wordt maar al te graag geïdentificeerd met de Goelag en het socialistisch realisme. De Franse nieuwe filosofen hebben die moedwillige verwarring tot een credo verheven. Van het Griekse humanisme, de Christelijke naastenliefde of de Verlichtingsidealen - want dat zijn toch onze waarden - wordt evenwel nooit gezegd dat die gediend hebben om een maatschappelijke orde te rechtvaardigen die met weliswaar verheven woorden en in vernuftige stelsels de mens verheerlijkte maar er een dagelijkse praktijk van maakte de mensen te verdrukken en te vernietigen en dan heb ik het niet alleen over de talrijke godsdienstvervolgingen of de kolonisatie of de vele en moorddadige vormen van fascisme maar gewoon over het alledaagse liberalisme. Het is als bij een bezoek aan de Chinese muur of de Egyptische piramiden. Niemand vindt het nodig om even te bedenken dat die wereldwonderen gemetseld werden met puur menselijke ellende. De sukke laars die tijdens het werk ter plaatse krepeerden werden toen gewoon mee in de specie verwerkt. Waarmee natuurlijk niet gesuggereerd wordt dat de Chinese muur of de Eyptische piramides produkten van het liberalisme zouden zijn.
De bedoeling van het Socialisme is nooit geweest de verworven waarden te verwerpen, hoezeer Stalin, Husak of Honecker zich ook uitsloofden en nog steeds uitsloven om ons het tegendeel te doen geloven. Het Socialisme stelt dat in het bestaande systeem de sociale voorwaarden ontbreken die nodig zijn om de vele waarden die de mensen sinds de Griekse filosofen bij zich hebben ontdekt, te realiseren. Het socialisme erkent die waarden ook en voegt er zelfs nog een aan toe, de solidariteit namelijk een waarde die nadien door de fascisten schaamteloos is misbruikt en verminkt.
| |
4. Tweemaal falen
Het Socialisme heeft echter al tweemaal gefaald. Of zijn het de socialisten?
De eerste maal was toen zich in Oost-Europa en nadien elders, een nieuw economisch systeem en een nieuwe maatschappelijke orde installeerden. Het Socialisme, de socialisten hebben toen schandelijk nagelaten de waarden die door het Socialisme werden geproclameerd te verwezenlijken. Men heeft hiermee het Socialisme op een onvergeeflijke manier in discrediet gebracht.
De tweede maal was toen het hier in het Westen er niet in slaagde het bestaande economische systeem af te breken. Of dit de schuld van de socialisten was, doet, geloof ik, niets ter zake. Ze zijn er niet in geslaagd. Dit laatste falen vind ik het ergste. Ziehier waarom.
Een simplistische, meestal malafide interpretatie van Marx heeft velen in de waan gebracht dat het er ‘maar’ op aan kwam het economisch systeem te wijzigen, de structuren te hervormen zoals men zo graag zegt, en dat dan de nieuwe socialistische mens, bewust van al die schone waarden die hij had na te streven, wel spontaan zou groeien. Dat is duidelijk niet gebeurd. Van de sovjetmens wordt getuigd dat hij een leefhoofd, een onverschilligaard, een materialist, een formalist, kortom een geciviliseerde kinkel is. Hij verschilt met andere woorden niet wezenlijk van zijn westerse soortgenoot. Een jammerlijke mislukking dus.
Een samenleving verandert bijgevolg niet automatisch als de structuren veran- | |
| |
derd zijn. Je moet minstens even grondig de mensen aanpakken die deze structuren moeten bevolken. Bovendien, aangezien een samenleving mensenwerk is, is het veranderen van die samenleving vanzelfsprekend ook mensenwerk en moet je ook eerst over de mensen beschikken die deze samenleving willen veranderen. De geesten, de mentaliteiten voorbereiden op die nieuwe maatschappelijke orde is dus evengoed mensenwerk. Marx heeft overigens niets anders beweerd, hoe graag sommigen hem ook een zeker determinisme in de schoenen willen schuiven.
In het sovjetsysteem hebben de nieuwe, zgn. socialistische structuren geen socialistische mensen opgeleverd maar bij ons is de arbeidersbeweging er niet in geslaagd van de arbeiders socialisten te maken.
| |
5. De oorzaak: economisme en participationitis
Er is een verklaring voor die mislukking. De omstandigheden hebben de arbeidersbeweging gedwongen zich in de eerste plaats bezig te houden met de dringende economische en sociale problemen. En hoewel de arbeidersbeweging oorspronkelijk een meer dan lofwaardige inspanning heeft gedaan om aan arbeidersopvoeding te doen, is ze zich toch steeds meer gaan bewegen op het sociaal-economische en politieke terrein. Ze heeft daarbij plooien aangenomen die ze nadien nooit meer kwijt is geraakt. De socialistische beweging is gaan lijden aan economisme en later aan participationitis, een zware vorm van bewustzijnsvernauwing voor socialisten. Dit economisme en die participationitis paste overigens uitstekend in de neoliberale opvattingen van Keynes. Het Socialisme heeft eigenlijk te veel aan politiek gedaan en te weinig over zijn ideologie nagedacht.
Deze bedenkingen gelden vanzelfsprekend in de eerste maar niet in de enige plaats voor het Belgisch Socialisme. De socialisten hebben hier te vergeefs getracht het Socialisme drupsgewijs in de kapitalistische structuren te introduceren via de departementen die men hun toeliet te beheren. Dat heeft het Belgisch Socialisme wel BSP-leden aangebracht maar van de Belgen geen socialisten gemaakt noch de Belgische samenleving de richting ingestuurd van een socialistische samenleving. Naarmate de schrijnendste sociale tegenstellingen afgerond werden, verschrompelde het aantal socialistische kiezers van 36 % tot 24 %. Het bleek als maar duidelijker dat de Belgische socialisten met hun dor economisme steeds minder te bieden hadden zodat op de lange duur hun verkiezingsbeloften nog nauwelijks verschilden van deze der concurrentie. Zoals ik al zegde, een beschamende maar vooral bedroevende mislukking. De socialisten hebben hun ideologie op onvergeeflijke wijze verwaarloosd. Ze hebben geen socialisten gevormd. Ze hebben hoogstens ministers geleverd, laat het in sommige gevallen dan nog staatsmannen zijn. Zoals Leopold II ons destijds Kongo heeft ‘geschonken’, zo schonk Paul-Henri Spaak ons de NATO en schenkt Willy Claes en Co ons kernenergie en een staatseconomie zonder moraal, zonder ziel, zonder doel en die krom staat van de bureaucratie.
De vooruitzichten stemmen niet tot vreugde. Meer dan een halve eeuw socialistische regeringsdeelneming hebbenniet verhinderd dat het kapitalisme koppig zijn eigen weg is gegaan, met alle respekt voor verwezenlijkingen zoals een genereuse sociale wetgeving en een dito maatschappelijke zekerheid. Maar op de
| |
| |
wereldoorlogen hebben de socialisten nauwelijks vat gehad, de zware economische crisis heeft ons overvallen (zowel in 1929 als in 1973), de economische expansie van de jaren zestig is geen socialistische verwezenlijking. De socialisten hebben een rol - niet eens een hoofdrol - mogen spelen. De regie berustte echter in andere handen. En nu bevinden we ons midden een nieuwe economische crisis en alweer heeft het Socialisme geen antwoord, afgezien van wat sloganeske algemeenheden die voor de enen te abstract zijn en waar de anderen niet in geloven.
| |
6. Leven met het kapitalisme?
We beperken ons te vaak tot verbale krachtpatserij, we klagen het ‘systeem’ aan, we geven ‘de structuren’ de schuld. Het is natuurlijk een waarheid als een koe dat het kapitalisme de schuld is van alle huidige, voorbije en toekomstige sociaal-economische miserie. Maar wat schieten we daar nu mee op? Het zou ons helemaal niet moeilijk vallen om in oude congresresoluties (die van de BSP van 1974 bijvoorbeeld, die zijn steengoed) een verdedigbare analyse en de grote lijnen van de toe te passen langetermijn-remedies te vinden. Maar eigenlijk is dat zelfbedrog om niet te zeggen ideologische zelfbevrediging. Noch de Belgische socialisten, laat staan de Vlaamse, noch de Franse, de Duitse, de Nederlandse, de Engelse of de Skandinavische of noem maar op zijn op dit ogenblik in staat om het kapitalisme zodanig om te vormen dat er een nieuwe samenleving uit ontstaat. Ze hebben de mensen er niet voor. Ze hebben ze niet geworven, gevormd. Want zelfs al halen de socialisten een electorale meerderheid, dan weet iedereen dat onder die socialistische kiezers weinig socialisten zijn. Wat kan men in die omstandigheden met zulke meerderheid beginnen? Het Socialisme invoeren? Kom nou. De ronkende congresresoluties zijn de kiezer totaal onbekend. Hij zou nogal opkijken als hij zou merken dat men met zijn stem de energiesektor of het krediet zou ‘socialiseren’. Hij heeft voor de socialisten gestemd omdat hij niet beter weet, omdat hij van ze verwacht dat ze zijn onmiddellijke economische problemen zouden oplossen, niet opdat ze de oude vormen en gedachten de doodsteek zouden toedienen. Begeerte heeft hem helemaal niet aangeraakt. Maar erger nog is dat die socialisten niets anders kunnen doen dan binnen de oplossingen die het kapitalisme opdringt deze te kiezen die de sociale afbraak zo pijnloos mogelijk maken. Aangezien de socialisten het kapitalisme niet kunnen vervangen moeten ze het helpen te overleven en daarbij de sociale schade zoveel
mogelijk beperken. Zo redeneren tenminste onze socialistische staatslieden. Dus houdt Guy Spitaels de werklozen bezig en koopt Roger De Wulf ze op. Dus blijft er Willy Claes niets anders over dan te saneren, te subsidiëren, te participeren, te GOM-men, te GIM-men en te NIM-men terwijl wie geen macht noch verantwoordelijkheid heeft, mooie constructies maakt waarin de fiskale fraude wordt gerecupereerd, de sociale zekerheid gefiscaliseerd, het krediet gecontroleerd en de energie gesocialiseerd. Dit alles met slechts één perspektief: we moeten dit systeem voorlopig nog in leven houden want het Socialisme is maar eerst voor morgen om niet te zeggen voor overmorgen.
| |
7. Groeien in het kapitalisme?
Te weinig wordt binnen de socialistische rangen de vraag gesteld of de opvattingen die men daar heeft over Socia- | |
| |
lisme nog wel te rijmen zijn met de keuze voor economische groei. Die groei - zo hij tenminste nog mogelijk is - vereist een zo gigantische inzet van gesofistikeerde kapitaalgoederen dat hij niet meer te verzoenen valt met royaal betaalde arbeid noch met volledige tewerkstelling. Vandaar immers de huidige structurele werkloosheid, de te ruime produktiecapaciteit, het uitwijken van de ondernemers (van het kapitaal dus) naar de Derde Wereld met zijn goedkope arbeidskrachten. Vandaar die hortende groei, die inflatoire kapitaalfinanciering en de daaruit voortvloeiende stijging van de arbeidsbeloning. Marxisten, en Marx zelf natuurlijk ook, komen tot precies gelijkaardige conclusies. Het gaat hier immers om de gekende problematiek van de tendens van de dalende winstvoet.
Het is waar, dit in vraag stellen van de groei is afgezaagd en uit de mode. Het lijkt zelfs vrij onbetamelijk om in deze tijd van werkloosheid te twijfelen aan de noodzaak van de groei. Zoals ik al eerder opmerkte, en los van de overweging of groei nu al dan niet gewenst is, is er ernstige reden om te twijfelen of het huidige kapitalisme überhaupt nog wel kàn groeien.
| |
8. ’...Oude vormen en gedachten...’
Binnen de socialistische beweging wordt over die problematiek weinig denkwerk verricht. Ook dat schreef ik al. Men vertrouwt er nog altijd op dat in afwachting dat het ware Socialisme hier zal aanbreken, het mogelijk moet zijn om dit strompelende kapitalisme op de been te houden. Door socialisten geïnspireerde overheidsmaatregelen (Spitaelsplan, De Wulfplan, GOM, NIM, zie hoger) zouden zelfs in staat zijn het sociaal leefbaar te maken. Dit is op z'n minst betwijfelbaar. De ‘reaal-socialisten’ maken zich wat dat betreft trouwens ook geen illusies. Als het aan hen lag zou de werkloosheid opgelost worden door strenger op te treden, dan zou de expansie opnieuw op gang kunnen worden gebracht door loonmatiging en gul gesubsidieerde rationalisatiemaatregelen, dan zou de sociale zekerheid gesaneerd worden door besparingen, verhoging van de bijdragen en een strengere selektie van de rechthebbenden. Allemaal oplossingen waarmee de rechterzijde al geruime tijd de geesten bewerkt. Socialisten die in naam van zulk realisme toenadering tot de rechterzijde zoeken worden dan ook in de conservatieve pers als ware staatsmannen begroet. Dit is met andere woorden de totale verwording of wellicht het logische eindpunt van het hierboven beschreven economisme, de consequenties van de participationitis. Het is een perspektiefloos en fantasieloos opkalefateren van een lekke boot.
Na 60 jaar te hebben deelgenomen aan de macht is het denken binnen de arbeidersbeweging zo misgroeid dat men zich niet kan voorstellen dat er buiten de klassieke remedies heil zou kunnen bestaan. Onder het socialistisch kaderpersoneel bevinden er zich niet veel die het nodig achten, de politieke wil opbrengen om te onderzoeken of er geen werkelijk socialistische oplossingen bestaan. De universiteiten, de banken, het VBO en het VEV, om die maar te noemen, hebben dicht bemande ploegen van verknochte economen die op commando de nodige studies produceren waarin die antwoorden te lezen staan die de eigen ideologie moeten strelen. De arbeidersbeweging, zowel de vakbond als de partij, heeft niet meegedaan aan die brain drain. Kon ze niet of wilde ze niet? Maar zelfs als ze het gedaan had of als ze het nu zou willen doen dan zou men waarschijnlijk het kader van het economisme niet kunnen
| |
| |
doorbreken. Men blijft de oude waarden cultiveren en die zijn: het economisch systeem zo transformeren dat het voldoende kan produceren, in steeds grotere hoeveelheden. Het Socialisme bestaat er dus eigenlijk alleen in dat er genoeg is voor iedereen. Wat een geestelijke armoede!
| |
9. ‘... En die stroom rijst al meer en meer...’
Kan het Socialisme geen andere waarden nastreven? Het Socialisme streeft natuurlijk de ontvoogding van de mens na. De socialisten zijn echter zodanig van hun eigen ideologie vervreemd dat ze niet meer zien dat door het ophemelen van steeds meer produktie voor iedereen de mensen van de ene slavernij in de andere dreigen te sukkelen. Ontvoogding is natuurlijk niet dat men zich alles kan kopen - gesteld dat men zich ooit alles zou kunnen kopen. Ontvoogding is dat men zijn vrije tijd zelfstandig en creatief kan inrichten, dat men de wereld om zich heen begrijpt en dus beheerst, dat men met andere mensen kan contacten leggen. Dat heeft niets te maken met industriële produktie. Dat is het resultaat van een opvoeding en een vrije keuze.
Is dit een utopie? Zijn dit goedkope dromerijen van melkmuilen die niet weten waarover ze het hebben? Is dit het wazig idealisme van zwevers die niet geplaagd worden door dossierkennis? Idealen of utopieën zijn dit zolang ze gekoesterd worden door enkelingen. Wanneer een denkbeeld gedeeld wordt door velen, laten ze dan nog een minderheid zijn, is het niet langer een denkbeeld maar een realiteit. De successen die milieulijsten bij verkiezingen halen zouden moeten doen nadenken. De onblusbare energie die de meest uiteenlopende aktiegroepen aan de dag leggen, de verbetenheid waarmee burgerinitiatieven zich in reële problemen vastbijten (St-Erasmussteeg, Arenaweide, Patershol, enz.) de talloze vernieuwingspogingen die onderwijsmensen, georganiseerd of individueel, vanuit de basis ondernemen, de dokterscollectieven en patiëntenraden, de buurthuizen, jeugdcentra, onafhankelijke kinderateliers, en nog zoveel andere spontaan aan de basis gegroeide initiatieven zijn al lang het stadium van de naieve utopie voorbij. Er is daar een ruim potentieel van mensen die hun energie en vrije tijd besteden aan het nastreven van die nieuwe waarden die in feite zo oud zijn als de mens zelf. Al die groepen en mensen bewegen zich op een uiterst concreet vlak en hun enige handicap is dat alles wat zij ondernemen in een nogal gespreide slagorde gebeurt. Het Socialisme, de arbeidersbeweging dus, zou voor een derde maal falen, een historische blunder slaan, een fatale vergissing begaan, zich definitief discrediteren met hier niet op in te spelen.
koen dille
|
|