Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 30(1977)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 462] [p. 462] Willem M. Roggeman: Twee gedichten Gedicht om op een wolk te schrijven Tussen hete sneeuw en smeltende stenen, tussen brandend ijs en wazige wolken leidt hij een buitenaards bestaan. Hangend aan het valscherm van zijn woorden daalt hij in de valkuil van de tijd. Hij loopt te zingen tussen de vreemde planten van een onbekende planeet. En wanneer het licht zich eindelijk in beweging zet loopt hij vol met ongekende gevoelens. Al lang geleden is hij begonnen met het uitwissen van onze herinneringen. Een denkend mens, zegt hij, kan nooit meer zijn dan een beetje elektriciteit. De kosmos is mijn spiegelbeeld, het niets is mijn zelfportret. Door het raam ziet hij met verglaasde ogen hoe aarzelend een landschap ontstaat met gras en bomen en wat koele klei. Dit behoeft verder geen betoog: elke oogopslag veroorzaakt gezichtsbedrog. [pagina 463] [p. 463] De kleuren van de droom Vannacht werd ik wakker met de netelige vraag: Komen in de droom al de kleuren voor? Of, om het probleem ook anders te stellen: Kan iemand die droomt een regenboog volledig zien? Oranje is er zeker. Kijk maar naar de appelsienen die zachtjes glanzen op de knalgele schaal. Ook is er het rood van de ondergaande zon en het purper van de diepe schaduwen. Er is het groen van de weiden en de planten en vooral veel grijs, van muren, van water, van de lucht vaak. En na een lange hete zomer, veel bruin. Maar blauw, nee, dat is er niet. Blauw is de kleur van het ontwaken wanneer je over mij gebogen bent en ik recht in de diepe zee van je ogen kijk. Vorige Volgende