Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 30
(1977)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 217]
| |
[venus/willendorf]gebaarloos dus amper pornografies
alleen in staat tot hikken op de wig en voor de worp
heeft zij spraakloos babel in de maak
en geen weet dat zij scherp in heeft
- eeuwen zetten haar broedzak gonzend
op springen en zinnen op wraak.
| |
[grotschildering]weerbarstig met fakkels de rots te lijf:
de mens in het holst van de tijd met de
bontleren muts rond het brein geeft met wat oker
| |
[pagina 218]
| |
alle macht uit handen: hoefslags ontspringt
rendier de lijn en de woedende spies van zijn
wraakzuchtige maker, de eeuwig jagende slager.
| |
[venus/lespugue]würm voert ijzig bewind, maar niet bestand
tegen hitsige terreur - hoogrood staan kerels en
binnen schootsafstand blijft geen man een heer:
vrouwbeeld doet de gletsjer krimpen,
haar navel groeit zo ver vooruit; erbinnen
gossip: eeuwen spelen daar mooi weer.
| |
[gravering]hoort hij het dreunen van mammoet op de vlakte?
geruisloos planeren vogels boven de valkuil.
verzonken leunt de wachter kleumend in zijn mangat.
verdiept in wat krassen in brokstukken been en meteen
getroffen door wat lijnen, vogels en kraken en zwaar
dreunt het in zijn hand. overmand tuurt jager het sneeuwland in.
| |
[artefakten]van vuursteenknollen spatten splinters.
vormen resten een doeltreffend halt
in dierenharten. tegen tijd tekeer.
tegen splinters slaat hand een kwartsieten masker
voor het meest kwetsbare leem van hersenkwabben.
die nooit verstenen. resten pantsers, artefakten.
Huub BEURSKENS |
|