En tussen de vertrapte bloemen van die korte zomer
Dwarrelde het stof van Rotterdam.
En om nog eens terug te komen op de moed:
De toekomstige prins-gemaal droeg vreemde anjers
Terwijl mijn koning, die ook aan zijn kinderen dacht
Jachtgeweren en golfsticks in koffers deed.
De publikatie van deze suite van negen gedichten uit 1967, die de sporen dragen van Hugues C. Pernaths verblijf in Polen, en meer bepaald van zijn bezoek aan het concentratiekamp van Oswiecim, danken we aan Jo Verbrugghen. Het manuscript bestaat uit negen abstracte composities waar de gedichten bijhoren.
[pagina 446]
[p. 446]
La porte principale.
Arbeit Macht Frei.
143.[regelnummer]
Oswiecim-Brzezinka.
Le monument élevé dans l'ancien
Camp d'Auschwitz-Birkenau.
144.[regelnummer]
Oswiecim.
Plaque commémorant
les instituteurs assassinés
au camp d'Auschwitz.
145.[regelnummer]
Oswiecim.
Plaque commémorant
les instituteurs assassinés
au camp d'Auschwitz.
De waarlijke pijn van andere systemen.
De razernij. De omschreven verbazing.
De huid en het bloed.
[pagina 447]
[p. 447]
Zoals een boer me zei:
‘Dit is een zon, dit is dezelfde zon niet meer.’
Toen ik wegging, terug naar het koele kamp, riep hij me na:
‘Dit is voor mij een verrekte zon.’
Het landschap was de herinnering die afschrikte.
Het verbergen van zoveel zon.
Alles bedekte alles en het vuur gloeide
Eenmakend wat één moest worden na het begrijpen van voortplanting
En organisatie.
En dan opeens en vele nachten lang, het verleden dat zich ontkende.
De vierentwintig voorbije jaren
die struikelden over wat nog restte onder die verrekte zon.
[pagina 448]
[p. 448]
Zo zijn verheven:
De oordelen Gods en zovele voorbije jaren
Waarin ik, van vijandschap tot overwinning
Na de geboortestad ook het land herken.
Huiverend. Of dronken.
Verdorren.
Verdorren tweemaal.
Verdorren terwijl je nog bloeit.
Vanwege de onverschilligheid.
Vanwege je bondgenoten en je zieleherders.
[pagina 449]
[p. 449]
Oboz koncentracy jny
Oswiecim.
Het licht smaakt naar metaal.
Wie herkent de brillen?
Het kinderspeelgoed? Het vrouwenhaar?
Vergeelde foto's tussen ledige busjes cyanidezuur.
Een vlucht in de wanhoop.
Afstanden schattend in de ultieme sekonde van het leven.
[pagina 450]
[p. 450]
Avondlanden, ook in mij.
Nu krijgt de zon mijn schaduw.
‘Begraven word je morgen
Rijdend door het graan.
Het was vrouw tot vrouw
En man tot man.’
[pagina 451]
[p. 451]
De vervaarlijke slaap na de Metten -
Moerassen, vijvers en beklemmend puin -
Want, al was hetgeen zij zegden
Niet altijd mijn waarheid, toch moet ik
Zorg blijven dragen en jarenlang
Een schuld inlossen.
Als een boom die vruchten draagt
Van een vreemde soort.
[pagina 452]
[p. 452]
Omdat ik nog leef.
En snauw of zing terwijl ik koffie drink
Aandachtig luisterend naar wat ik bijna niet meer hoor.
Omdat ik na iedere reis brieven overbracht - o ijdelheid.